Stadiëring van longcarcinoïde tumoren

Nadat bij iemand een longcarcinoïde tumor is vastgesteld, proberen artsen uit te zoeken of de tumor is uitgezaaid, en zo ja, hoe ver. Dit proces wordt stadiëring genoemd. Het stadium van een kanker beschrijft hoeveel kanker er in het lichaam zit. Aan de hand hiervan kan worden bepaald hoe ernstig de kanker is en hoe deze het beste kan worden behandeld. Artsen gebruiken het stadium van de kanker ook als ze het over overlevingsstatistieken hebben.

Het vroegste stadium is stadium 0. De andere hoofdstadia lopen van I (1) tot IV (4). Sommige van deze stadia worden verder onderverdeeld met letters of cijfers. In het algemeen geldt: hoe lager het stadium, hoe minder de kanker is uitgezaaid. Een hoger cijfer, zoals stadium IV, betekent dat de kanker meer is uitgezaaid. En binnen een stadium betekent een eerdere letter (of cijfer) een lager stadium. Hoewel de kankerervaring van elke persoon uniek is, hebben kankers met vergelijkbare stadia meestal vergelijkbare vooruitzichten en worden ze vaak op vrijwel dezelfde manier behandeld.

Hoe wordt het stadium bepaald?

Het stadiëringssysteem dat het vaakst wordt gebruikt voor longcarcinoïde tumoren is het TNM-systeem van het American Joint Committee on Cancer (AJCC), dat is gebaseerd op 3 belangrijke stukjes informatie:

  • De grootte en omvang van de hoofdtumor (T): Hoe groot is de tumor? Is de tumor uitgezaaid naar nabijgelegen structuren of organen?
  • De uitzaaiing naar nabijgelegen lymfeklieren (N): Is de kanker uitgezaaid naar nabijgelegen lymfeklieren? (Zie afbeelding.)
  • De uitzaaiing (metastase) naar afgelegen plaatsen (M): Is de kanker uitgezaaid naar afgelegen organen? (De meest voorkomende plaats van uitzaaiing is de lever.)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.