Rode garra

Zoals traditioneel gedefinieerd is Garra rufa inheems in Turkije, Syrië, Jordanië, Israël, Palestina, Irak en Iran. Enkele van de belangrijkste systemen waar hij wordt aangetroffen zijn de bekkens van de Kızıl, de Seyhan, de Ceyhan, de Orontes, de Queiq, de Jordaan, de Tigris-Eufraat, de Kor en de Mond, maar de soort komt ook voor in andere rivierbekkens aan de kust in de Levant en Iran, evenals in het endorheïsche systeem van het Maharlu-meer. Hij leeft in rivieren, beken, kanalen, reservoirs, vijvers en meren, hoewel hij de neiging heeft stilstaand water te vermijden. Hij is vaak algemeen of overvloedig, zelfs in gebieden die sterk door de mens zijn beïnvloed, zoals vervuilde kanalen.

De taxonomie van deze soort is met onzekerheid omgeven. Zoals traditioneel gedefinieerd (sensu lato), zijn er enkele morfologische variaties over het relatief grote verspreidingsgebied en men erkent al enkele jaren dat het waarschijnlijk om een soortencomplex gaat. Verscheidene ondersoorten zijn beschreven, maar hun geldigheid is twijfelachtig en in de afgelopen decennia hebben de autoriteiten ze over het algemeen niet erkend. Niettemin hebben herzieningen die sinds 2014 zijn gepubliceerd genetisch en morfologisch bewijs geleverd voor de erkenning van een aantal van hen als afzonderlijke soorten, terwijl andere nieuwe soorten uit het soortencomplex zijn beschreven. Dit omvat G. turcica (voorheen een ondersoort) uit zijn Turkse verspreidingsgebied, met uitzondering van het Tigris-Euphraatsysteem, G. jordanica (nieuwe soort) uit het noordelijke Dode Zeebekken, inclusief de Jordaan, in Israël, Jordanië en Syrië, G. gymnothorax (voorheen een ondersoort) uit het Karun-, Balarud- en Bashar-systeem in Iran, G. mondica (nieuwe soort) uit het stroomgebied van de Mond-rivier in Iran, en G. amirhosseini (nieuwe soort) uit de Sartang-e-Bijarbron in het Tigris-riviersysteem in Iran. G. jordanica en G. turcica hebben een geheel ander verspreidingsgebied dan de echte G. rufa (waardoor het verspreidingsgebied van deze soort beperkt blijft tot het Tigris-Euphraat systeem en riviersystemen in Iran), maar het verspreidingsgebied van de andere soorten overlapt met dat van de echte G. rufa of komt tenminste in dezelfde rivierbekkens voor.

Andere leden van het G. rufa complex zijn G. barreimiae, G. elegans, G. ghorensis, G. longipinnis, G. nana, G. persica, G. rossica en G. sahilia, maar deze werden reeds vele jaren geleden algemeen erkend als geldige soorten. Tenslotte omvat het complex vier holenvissen: G. lorestanensis, G. tashanensis, G. typhlops en G. widdowsoni.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.