Wat is een republikeinse regering? | Polity

Door Rachel Hammersley

De aard en de verdiensten van een republikeinse regering zijn al lang een omstreden kwestie. Dit geldt zowel voor landen die als republiek worden bestuurd, zoals de VS, als voor landen die dat niet zijn, waaronder het VK. In het eerste land spitst de discussie zich toe op de vraag of de huidige praktijken in overeenstemming zijn met de oorspronkelijke bedoelingen, dan wel of de huidige problemen kunnen worden opgelost door terug te grijpen op vroegere praktijken. In het VK worden de verdiensten van een republikeinse regering gewoonlijk aan de orde gesteld in reactie op schandalen rond de monarchie, waarbij sommigen suggereren dat het VK beter af zou zijn als republiek.

Deze debatten worden bemoeilijkt door het feit dat wat onder de term “republiek” wordt verstaan, varieert naar gelang van de context. Zich “republikein” noemen in de VS of Ierland heeft bijvoorbeeld een andere connotatie dan in Frankrijk. Verdere complicaties ontstaan doordat er in het verleden ten minste twee, aanzienlijk verschillende, definities van republikeins bestuur bestonden, die beide vandaag de opvattingen kleuren. De oudere opvatting, die tot uiting komt in de overgeleverde fragmenten van Marcus Tullius Cicero’s De republica, is dat een republikeinse overheid in wezen een overheid is die het algemeen belang dient. Er wordt gezegd dat een republiek ‘echt bestaat’ ‘wanneer haar zaken goed en rechtvaardig worden geleid, hetzij door een enkele koning, hetzij door een paar aristocraten, hetzij door het volk als geheel’ (Cicero, Over het Gemenebest en Over de Wetten, ed. en trans. James E. G. Zetzel, Cambridge, 1999, p. 59). Zelfs het Verenigd Koninkrijk zou in deze termen een republiek kunnen lijken, aangezien het beleid altijd wordt voorgesteld als zijnde in het algemeen belang; elke poging om openlijk een beleid te bevorderen dat particuliere belangen dient, of dat nu die van de koningin of van iemand anders is, zou worden aangevochten en verworpen.

Tijdens de Renaissance begon zich een alternatieve opvatting af te tekenen, een opvatting die dichter ligt bij de thans overheersende opvatting. Volgens deze opvatting moet een echte republikeinse regering gebaseerd zijn op de wil van het volk, hetgeen de verwerping inhoudt van alle vormen van niet-verkozen monarchie en alle erfelijke politieke voorrechten. Deze benadering werd overgenomen door de voorstanders van de regicide in Engeland, die het einde betekende van de regering van Charles I en het begin van de periode van de Engelse republiek. Zowel John Milton als Marchamont Nedham betoogden dat vrijheid alleen kon worden behouden door de monarchie te verbieden.

Dit inzicht vormt de basis van het moderne onderscheid tussen republieken en monarchieën, maar het is opvallend hoe lang het heeft geduurd voordat het stevig werd verankerd. Jean-Jacques Rousseau schreef meer dan een eeuw na het ontstaan van de Engelse republiek een definitie die meer in overeenstemming was met Cicero’s opvatting: Ik geef dus de naam “republiek” aan elke staat die door wetten geregeerd wordt, ongeacht de bestuursvorm: want alleen in dat geval regeert het algemeen belang”. In een voetnoot bevestigt hij verder dat ‘in zo’n geval zelfs een monarchie een republiek is’ (Jean-Jacques Rousseau, The Social Contract and Other Late Political Writings, ed. and trans. Victor Gourevitch, Cambridge, 1997, p. 67). Het waren de Amerikaanse en Franse Revoluties die de verschuiving naar de nieuwere opvatting van republikeins bestuur grotendeels vastlegden, maar zelfs daarna zijn er nog sporen van de oudere opvatting te bespeuren. Zo werd de Britse grondwet nog steeds in die termen als een republiek voorgesteld. In 1790 verklaarde Charles James Fox dat “onze grondwet een republiek was, in de juiste zin van het woord; het was een monarchie, gegrondvest op het welzijn van het volk”. Honderd jaar later beschreef H.G. Wells het Britse systeem als een “gekroonde republiek” (Frank Prochaska, The Republic of Britain, 1760-2000, Londen, 2000, p. xvi). Bovendien is noch de notie dat een republikeinse regering in het belang van het algemeen welzijn zou moeten opereren, noch de claim dat heersers beoordeeld kunnen worden op basis van het feit of ze dat al dan niet doen, verdwenen.

Het republicanisme is dus een complex politiek concept met een lange geschiedenis. En toch is het juist door zijn aanpassingsvermogen datgene wat het door de eeuwen heen relevant heeft gehouden. In mijn aanstaande Polity-boek wordt de geschiedenis van dit concept in detail onderzocht. Inzicht in die geschiedenis verschaft ons niet alleen een betere waardering van onze huidige politieke situatie, maar ook een rijk reservoir aan ideeën die als hulpbronnen kunnen dienen bij het oplossen van de urgente politieke problemen van de eenentwintigste eeuw.

Rachel Hammersley is Senior Lecturer in Intellectual History aan de Newcastle University. Haar boek, Republicanism, is verkrijgbaar vanaf 25 september in Europa en 20 november in Noord-Amerika.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.