Vraag: “Wat is de onbevlekte ontvangenis?”
Antwoord: Veel mensen denken ten onrechte dat de onbevlekte ontvangenis verwijst naar de ontvangenis van Jezus Christus. Jezus’ ontvangenis was zeker onbevlekt – dat wil zeggen, zonder de smet van zonde – maar de onbevlekte ontvangenis verwijst in het geheel niet naar Jezus. De onbevlekte ontvangenis is een doctrine van de Rooms Katholieke Kerk met betrekking tot Maria, de moeder van Jezus. De officiële verklaring van de doctrine luidt: “De gezegende Maagd Maria is, vanaf het eerste moment van haar ontvangenis, door een bijzondere genade en voorrecht van de Almachtige God, met het oog op de verdiensten van Christus Jezus, de Verlosser van de Mensheid, gevrijwaard gebleven van alle smet van de erfzonde” (Paus Pius IX, Ineffabilis Deus, december 1854). In wezen is de Onbevlekte Ontvangenis het geloof dat Maria werd beschermd tegen de erfzonde, dat Maria geen zondige natuur had en in feite zondeloos was.
Katholieken vieren het feest van de Onbevlekte Ontvangenis van de Heilige Maagd Maria op 8 december. Binnen de Oosterse Orthodoxie is 9 december de datum van het Feest van de Ontvangenis door de Heilige Anna van de Allerheiligste Theotokos. (Anne is volgens de traditie de moeder van Maria.) De Oosterse Kerk houdt niet vast aan de leer van de onbevlekte ontvangenis, hoewel zij Maria wel als “allerheiligst” beschouwt, d.w.z. dat zij nooit een zonde heeft begaan.
De onbevlekte ontvangenis is geen maagdelijke geboorte. Katholieken geloven dat Maria op de normale manier verwekt is, maar dat God haar immuun maakte voor toegerekende of geërfde zonden. Zolang zij bestaat, is Maria vrij van zonde geweest. Daardoor kon zij de “tweede Eva” zijn om de “tweede Adam” ter wereld te brengen (zie 1 Korintiërs 15:45). Onder de schaduw van de heilige Geest (Lucas 1:35) was Maria een zuivere en heilige “ark”, geschikt om de Zoon van God te dragen. Zoals de ark van de Heer in de tijd van Mozes de elementen van het Oude Verbond in zich droeg, zo droeg Maria de Auteur van het Nieuwe Verbond in zich.
De Rooms Katholieke Kerk baseert haar leer van de onbevlekte ontvangenis op traditie samen met een paar passages uit de Schrift. Een daarvan is Genesis 3:15, het protoevangelium. Daar spreekt God tot de slang: “Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw nakomelingen en de hare.” De katholieken wijzen op het feit dat het conflict tussen de slang en de vrouw gelijk is aan het conflict tussen de slang en het nageslacht van de vrouw, en zij verklaren dit door te zeggen dat de vrouw (Maria) even zondeloos moet zijn als haar nageslacht (Christus). De andere passage die door katholieken wordt aangehaald ter ondersteuning van de onbevlekte ontvangenis is Lucas 1:28, “De engel ging naar haar toe en zei: ‘Gegroet, jij die zeer bevoorrecht bent! De Heer is met u.'” Het Griekse woord dat vertaald wordt met “zeer bevoorrecht” kan vertaald worden met “bevoorrecht met genade”; volgens het katholieke dogma had Maria dus een overvloed aan genade, waardoor ze zondeloos was, en daarom koos God haar uit om Zijn Zoon te baren.
De Rooms-Katholieke Kerk stelt dat de Onbevlekte Ontvangenis noodzakelijk is omdat Jezus zonder die genade Zijn vlees zou hebben ontvangen van iemand die zelf een slavin van de duivel was, wiens werken Jezus kwam vernietigen (1 Johannes 3:8). Maria, als de moeder van de Verlosser, had het nodig dat haar vlees vrij zou zijn van de macht van de zonde, en God gaf haar dat voorrecht. Vanaf haar tijd in de baarmoeder was Maria geheiligd vanwege haar speciale rol in het ter wereld brengen van de vleesgeworden Zoon van God.
Eén probleem met de doctrine van de onbevlekte ontvangenis is dat deze niet in de Bijbel wordt onderwezen. Zelfs katholieken geven toe dat de Schrift de Onbevlekte Ontvangenis niet rechtstreeks leert. De Bijbel beschrijft Maria nergens als iets anders dan een gewone menselijke vrouw die door God werd uitgekozen om de moeder van de Here Jezus Christus te zijn. Maria was zonder twijfel een godvruchtige vrouw (Lucas 1:28). Maria was zeker een geweldige echtgenote en moeder. Jezus hield zeker van zijn moeder en koesterde haar (Johannes 19:27). Maar de Bijbel geeft ons geen reden om te geloven dat Maria zondeloos was. In feite geeft de Bijbel ons alle reden om te geloven dat Jezus Christus de enige Persoon is die niet “besmet” was met zonde en nooit een zonde heeft begaan (zie Prediker 7:20; Romeinen 3:23; 2 Korintiërs 5:21; 1 Petrus 2:22; 1 Johannes 3:5).
De doctrine van de onbevlekte ontvangenis is noch bijbels noch noodzakelijk. Jezus werd op wonderbaarlijke wijze verwekt in Maria, die toen nog maagd was. Dat is de bijbelse doctrine van de maagdelijke geboorte. De Bijbel laat nooit doorschemeren dat er iets belangrijks was aan Maria’s conceptie. Maria is geen uitzondering op de uitspraak van de Bijbel dat “allen gezondigd hebben” (Romeinen 3:23). Maria had net als de rest van ons een Verlosser nodig (Lucas 1:47).