Leonardo Da Vinci ©Da Vinci was een van de grote creatieve geesten van de Italiaanse Renaissance, enorm invloedrijk als kunstenaar en beeldhouwer, maar ook enorm getalenteerd als ingenieur, wetenschapper en uitvinder.
Leonardo da Vinci werd op 15 april 1452 geboren in de buurt van het Toscaanse stadje Vinci, als buitenechtelijke zoon van een plaatselijke advocaat. Hij ging in de leer bij de beeldhouwer en schilder Andrea del Verrocchio in Florence en werd in 1478 zelfstandig meester. Rond 1483 verhuisde hij naar Milaan om voor de heersende Sforza familie te werken als ingenieur, beeldhouwer, schilder en architect. Van 1495 tot 1497 maakte hij een muurschildering van ‘Het Laatste Avondmaal’ in de refter van het klooster van Santa Maria delle Grazie, Milaan.
Da Vinci verbleef in Milaan tot de stad in 1499 door de Fransen werd binnengevallen en de Sforza familie gedwongen werd te vluchten. Hij kan Venetië hebben bezocht voordat hij terugkeerde naar Florence. Tijdens zijn verblijf in Florence schilderde hij verschillende portretten, maar het enige dat bewaard is gebleven, is de beroemde ‘Mona Lisa’ (1503-1506).
In 1506 keerde da Vinci terug naar Milaan, waar hij tot 1513 bleef. Daarna verbleef hij drie jaar in Rome. In 1517 verhuisde Leonardo op uitnodiging van de Franse koning Frans I naar het kasteel van Cloux, bij Amboise in Frankrijk, waar hij op 2 mei 1519 overleed.
De bekendheid van Da Vinci’s overgeleverde schilderijen heeft ertoe geleid dat hij in de eerste plaats als kunstenaar wordt beschouwd, maar de duizenden overgeleverde pagina’s van zijn notitieboeken onthullen de meest eclectische en briljante geest. Hij schreef en tekende over onderwerpen als geologie, anatomie (die hij bestudeerde om de menselijke vorm nauwkeuriger te kunnen schilderen), vliegen, zwaartekracht en optica, waarbij hij vaak van onderwerp naar onderwerp flitste op een enkele pagina en schreef in linkshandig spiegelschrift. Hij “vond” de fiets, het vliegtuig, de helikopter en de parachute uit, zo’n 500 jaar voor hun tijd.
Als al dit werk in een begrijpelijke vorm was gepubliceerd, zou da Vinci’s plaats als baanbrekend wetenschapper onbetwist zijn geweest. Maar zijn ware genie was niet als wetenschapper of als kunstenaar, maar als een combinatie van die twee: een ‘kunstenaar-ingenieur’. Zijn schilderen was wetenschappelijk, gebaseerd op een diep inzicht in de werking van het menselijk lichaam en de fysica van licht en schaduw. Zijn wetenschap werd uitgedrukt door middel van kunst, en zijn tekeningen en diagrammen laten zien wat hij bedoelde, en hoe hij begreep hoe de wereld werkte.