Facultatief anaëroob organisme

Aërobe en anaërobe bacteriën kunnen worden geïdentificeerd door ze te laten groeien in reageerbuisjes met thioglycolaatbouillon:
1: Obligate aëroben hebben zuurstof nodig omdat ze niet kunnen gisten of anaëroob kunnen ademen. Zij verzamelen zich bovenin de buis, waar de zuurstofconcentratie het hoogst is.
2: Obligate anaeroben worden door zuurstof vergiftigd, dus verzamelen ze zich onderin de buis, waar de zuurstofconcentratie het laagst is.
3: Facultatief anaërobe bacteriën kunnen met of zonder zuurstof groeien, omdat zij aeroob of anaeroob energie kunnen metaboliseren. Zij verzamelen zich meestal aan de top omdat aërobe ademhaling meer ATP genereert dan fermentatie.
4: Microaerofielen hebben zuurstof nodig omdat zij niet anaeroob kunnen gisten of ademen. Zij worden echter vergiftigd door hoge concentraties zuurstof. Zij verzamelen zich in het bovenste deel van de reageerbuis, maar niet helemaal bovenaan.
5: Aërotolerante anaëroben hebben geen zuurstof nodig omdat zij gisting gebruiken om ATP te maken. In tegenstelling tot obligate anaëroben worden zij niet vergiftigd door zuurstof. Ze zijn gelijkmatig over de reageerbuis verspreid.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.