ECMO staat voor extracorporale membraanoxygenatie. De ECMO-machine is vergelijkbaar met de hart-long-bypassmachine die bij openhartoperaties wordt gebruikt. Het pompt het bloed van een patiënt buiten het lichaam en geeft het zuurstof, zodat het hart en de longen kunnen rusten. Wanneer u op een ECMO bent aangesloten, stroomt het bloed door een slang naar een kunstlong in de machine die zuurstof toevoegt en kooldioxide afvoert; vervolgens wordt het bloed opgewarmd tot lichaamstemperatuur en terug in uw lichaam gepompt.
Er zijn twee soorten ECMO. De VA ECMO is aangesloten op zowel een ader als een slagader en wordt gebruikt bij problemen met zowel het hart als de longen. De VV ECMO is aangesloten op een of meer aders, meestal bij het hart, en wordt gebruikt als het probleem alleen in de longen zit.
USCF gebruikt nu ook een kleiner draagbaar ECMO-apparaat dat licht genoeg is om door één persoon te worden gedragen en in een ambulance of helikopter kan worden vervoerd, waardoor het mogelijk is om ECMO-ontlasting in noodgevallen te geven.
Machines voor extracorporale membraanoxygenatie (ECMO) worden al sinds het begin van de jaren zeventig gebruikt en worden vaak geassocieerd met pasgeborenen in ademnood. Maar in een poging om meer levens te redden, zijn artsen van de UCSF begonnen de technologie eerder en bij een breder scala van patiënten te gebruiken dan in het verleden. Wat het gebruik van ECMO bij UCSF onderscheidt, zijn de patiënten die we selecteren en het moment waarop we ervoor kiezen om het te gebruiken.
Lees meer
Wanneer wordt ECMO gebruikt:
- Voor patiënten die herstellen van hartfalen, of longfalen of een hartoperatie.
- Als overbruggingsoptie voor verdere behandeling, wanneer artsen de toestand van andere organen, zoals de nieren of de hersenen, willen beoordelen voordat ze een hart- of longoperatie uitvoeren.
- Voor ondersteuning tijdens risicovolle procedures in het hartkatheterisatielab.
- Als overbrugging naar een hartondersteuningsapparaat, zoals een linkerventrikelondersteuningsapparaat (LVAD).
- Als overbrugging voor patiënten die wachten op een longtransplantatie. De ECMO helpt de weefsels goed van zuurstof te voorzien, waardoor de patiënt een betere kandidaat voor transplantatie is.
Procedure
Plaatsing op ECMO vereist een chirurgische ingreep, maar wordt meestal in de kamer van de patiënt gedaan. De patiënt wordt verdoofd en krijgt pijnstillers en een anti-stollingsmiddel om bloedstolling te minimaliseren. Een chirurg, bijgestaan door een operatiekamerteam, brengt de ECMO-katheters in een slagader of aders in. Daarna wordt een röntgenfoto gemaakt om te controleren of de katheters op de juiste plaats zitten. Gewoonlijk wordt een patiënt aan de ECMO-pomp ook beademd, wat de longen helpt te genezen. Terwijl de patiënt aan de ECMO-pomp ligt, wordt hij of zij bewaakt door speciaal opgeleide verpleegkundigen en ademhalingstherapeuten, maar ook door de chirurg en het chirurgische team. Omdat u verdoofd bent en een beademingsbuis hebt geplaatst, wordt aanvullende voeding intraveneus of via een neus-gastrische buis toegediend. Voeding wordt intraveneus of via een neus-gastrische slang toegediend
Terwijl u ECMO krijgt toegediend, kunt u bepaalde medicijnen toegediend krijgen, waaronder: heparine om bloedstolsels te voorkomen; antibiotica om infecties te voorkomen; kalmeringsmiddelen om beweging te minimaliseren en de slaap te verbeteren; diuretica om de nieren te helpen vocht kwijt te raken; elektrolyten om de juiste balans van zouten en suikers te handhaven; en bloedproducten om bloedverlies te vervangen. Het stoppen met ECMO vereist een chirurgische ingreep om de buisjes te verwijderen. Voordat de ECMO-therapie wordt stopgezet, worden meestal meerdere tests gedaan om te bevestigen dat uw hart en longen er klaar voor zijn. Als de ECMO-canules zijn verwijderd, moeten de bloedvaten worden gerepareerd. Dit kan aan het bed of in de operatiekamer worden gedaan. De arts zal kleine hechtingen gebruiken om de plaats waar de buisjes waren geplaatst te sluiten. U slaapt en wordt tijdens dit proces in de gaten gehouden. Ook al bent u van de ECMO af, het kan nog steeds nodig zijn dat u aan de beademing ligt.
Risico’s
ECMO brengt risico’s met zich mee, waaronder:
- Bloedingen, als gevolg van de medicijnen die worden toegediend om te voorkomen dat het bloed in de slangen stolt.
- Infectie op de plaatsen waar de slangen het lichaam binnenkomen.
- Transfusieproblemen, omdat iemand die ECMO krijgt bloedproducten krijgt.
- Kleine stolsels of luchtbellen die zich in de slangen vormen.
- Verhoogde kans op een beroerte.