Creatinine is een product van het spiermetabolisme. Het wordt in een vrijwel constant tempo geproduceerd en in de urine uitgescheiden.
Door de constante productiesnelheid is de hoeveelheid creatinine in de urine een indirecte maat voor de nierfunctie (glomerulaire filtratiesnelheid).
Als de nierfunctie sterk vermindert, zal de hoeveelheid creatinine in de urine dalen. Bij ernstigere vormen van nierfalen zal het serumcreatinine uiteindelijk stijgen.
Een 24-uursverzameling van urine is de meest nauwkeurige manier om de nierfunctie met creatinine te beoordelen. In deze periode wordt ook een bloed(serum)creatinine gemeten, aan de hand waarvan het volume urine wordt berekend dat nodig is om de gemeten hoeveelheid creatinine uit het bloed in de urine “op te ruimen”. Dit wordt de “creatinineklaring” genoemd.
Bij zware inspanning of spiertrauma’s tijdens de verzameling zal de hoeveelheid creatinine in het bloed toenemen, waardoor de resultaten van de creatinineklaring foutief kunnen zijn.
Serumeiwitten worden normaal gesproken uit de urine geëxtraheerd voordat deze door de nieren wordt afgegeven.
Omdat de nierglomeruli onvolmaakt zijn, kunnen normale personen af en toe “sporen” van eiwit in hun urine hebben. Grotere hoeveelheden (1+ of meer) worden als abnormaal beschouwd en kunnen wijzen op een onderliggend nierprobleem.
Eiwit in de urine kan worden gemeten aan de hand van elk urinemonster (een “spot urine”), maar de meest nauwkeurige meting is met een 24-uurs verzameling van urine.
Tijdens de zwangerschap, als gevolg van de verhoogde nierdoorbloeding, kan wat extra eiwit verloren gaan in de urine. Dit verhoogde eiwitverlies mag normaal gesproken niet meer dan 300 mg per 24 uur bedragen. Als er meer dan 300 mg in 24 uur wordt gevonden, kan dit wijzen op de ontwikkeling van pre-eclampsie.