ratelslang

Rattelslangen zijn giftige slangen die ratels in hun staart hebben. Een ratelslang schudt met zijn ratel om andere dieren te bedreigen of te waarschuwen.

Er zijn ongeveer 30 soorten, of typen, ratelslangen. Ze leven in Amerika, van Zuid-Canada tot Argentinië. Ze komen het meest voor in de woestijnen van het zuidwesten van de Verenigde Staten en het noorden van Mexico.

De meeste ratelslangen zijn grijs, geelbruin of bruin met ruitvormige vlekken of kruisende diagonale banden. Ze zijn meestal tussen 0,3 meter en 2,5 meter lang. De kop heeft de vorm van een driehoek.

Rattleslangen behoren tot een groep slangen die pitadders worden genoemd. Tussen elk oog en neusgat heeft een ratelslang een warmte-gevoelig orgaan, een pit genoemd. Ze gebruikt deze pitjes om een prooi te vinden. Ratelslangen eten knaagdieren, hagedissen en vogels. Wanneer een ratelslang bijt, stroomt het gif via de giftanden in de prooi.

Bij bedreiging heft een ratelslang zijn staartratel op en schudt ermee. De ratel bestaat uit meerdere holle, los met elkaar verbonden segmenten. Hij maakt een zoemend geluid wanneer de segmenten elkaar snel raken. Het geluid waarschuwt indringers om zich terug te trekken.

De meeste ratelslangen zijn schuw en proberen uit de buurt van mensen te blijven. Maar als ze gestoord worden, zal een ratelslang een persoon bijten. Ratelslangenbeten zijn pijnlijk en kunnen levensbedreigend zijn. Maar een snelle medische behandeling kan meestal de effecten van het gif stoppen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.