Tijdens de presidentscampagne van 1992 merkte Hillary Rodham Clinton op: “Onze levens zijn een mengeling van verschillende rollen. De meesten van ons doen hun uiterste best om de juiste balans te vinden. Voor mij is die balans familie, werk en dienstbaarheid.”
Hillary Diane Rodham, het eerste kind van Dorothy en Hugh Rodham, werd geboren in Chicago op 26 oktober 1947, en groeide op in de voorstad Park Ridge, Illinois. Het leven van de Rodhams was comfortabel, geconcentreerd in familie, vrienden, school en de Methodisten kerk. Hillary’s ouders verwachtten van haar dat ze hard studeerde, en ze was een studentenleider op de middelbare school. Nadat een jeugd dominee haar meenam om Martin Luther King Jr. te horen spreken in Chicago, begon ze een bredere kijk op de wereld te krijgen.
Als student aan het Wellesley College combineerde Hillary academische uitmuntendheid met dienstverlening in de studentenraad. Bij haar afstuderen zei ze tegen haar klasgenoten: “De uitdaging is nu om politiek te bedrijven als de kunst om wat onmogelijk lijkt, mogelijk te maken.” Ze schreef zich in aan de Yale Law School, waar ze in de redactieraad van de Yale Review of Law and Social Action zat, stage liep bij kinderrechtenactiviste Marian Wright Edelman, en William Jefferson Clinton ontmoette.
Na haar afstuderen adviseerde Hillary Rodham het Children’s Defense Fund in Cambridge en werd ze lid van de staf van het onderzoek naar impeachment, dat de Judiciary Committee van het Huis van Afgevaardigden adviseerde. Daarna volgde ze “haar hart naar Arkansas”, waar Bill zijn politieke carrière was begonnen. Ze trouwden in 1975. Ze werd lid van de faculteit van de University of Arkansas Law School, en in 1978 benoemde president Jimmy Carter haar in de raad van bestuur van de Legal Services Corporation. Bill Clinton werd verkozen tot gouverneur van Arkansas en in 1980 werd hun dochter, Chelsea, geboren. Twaalf jaar lang bracht Hillary, als First Lady van Arkansas, gezin, recht en openbare dienst in evenwicht. Toen werd Bill tot president gekozen.
In 2000 werd Hillary gekozen tot senator van New York, en door haar werk op het gebied van gezondheid, onderwijs, vergrijzing en het milieu verwierf ze nationale bekendheid. In 2007 stelde ze zich kandidaat voor het presidentschap. Na een hard bevochten voorverkiezing verloor ze de Democratische nominatie van Barack Obama, maar ze steunde snel zijn kandidatuur. Toen hij werd verkozen, benoemde hij haar tot minister van Buitenlandse Zaken. Vier jaar lang reisde Hillary de wereld rond voor de belangen van de VS.
In 2015 startte Hillary Clinton haar tweede presidentscampagne en in juli 2016 werd ze de eerste vrouw in de Amerikaanse geschiedenis die de presidentsnominatie van een grote politieke partij kreeg. Die herfst kreeg ze meer dan 65 miljoen stemmen, maar verloor uiteindelijk de Electoral Collect aan de Republikeinse genomineerde Donald J. Trump.