Wilmington, stad, zetel van New Hanover County, zuidoosten van North Carolina, V.S. Het is de belangrijkste zeehaven van de staat en ligt aan de Cape Fear River, ongeveer 30 mijl (48 km) boven de monding. De stad werd in het begin van de jaren 1730 bewoond en heette eerst New Carthage en daarna New Liverpool, maar werd in 1740 omgedoopt tot New Town (Newton) en later hernoemd ter ere van Spencer Compton, graaf van Wilmington. Het eerste Amerikaanse gewapende verzet tegen de Stamp Act vond hier plaats in november 1765. Tijdens de Amerikaanse Revolutie werd een Britse poging om de kolonies te veroveren door ze te verdelen verijdeld in de Slag bij Moores Creek Bridge (februari 1776); de plaats, 20 mijl (32 km) ten noordwesten, is nu een nationaal militair park. In 1781 werd Wilmington door een Britse generaal, Lord Cornwallis, gebruikt als zijn hoofdkwartier na de Slag bij Guilford Courthouse en voordat hij naar Virginia marcheerde. Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog was het een centrum voor blokkades door de Confederatie en was het de laatste haven die door de Unie werd gesloten. Het hield stand tot de val van Fort Fisher (ten zuiden bij de monding van de Cape Fear River) op 15 januari 1865. In november 1898 werd Wilmington het toneel van een racistisch bloedbad met voorbedachten rade, waarbij niet minder dan 60 zwarte Amerikanen werden vermoord. (Zie Wilmington staatsgreep en bloedbad.)
De economie van de stad is gebaseerd op scheepvaart, toerisme en gediversifieerde productie (waaronder kernenergie- en ruimtevaartapparatuur, chemicaliën en farmaceutica, en optische vezels); ook de productie van speelfilms en televisieprogramma’s is belangrijk. De University of North Carolina at Wilmington (opgericht als Wilmington College in 1947) en Cape Fear Community College (1959) zijn er gevestigd. Het slagschip North Carolina ligt aangemeerd op de rivier als een gedenkteken van de Tweede Wereldoorlog. Andere bezienswaardigheden zijn het Cape Fear Museum, het St. John’s Museum of Art, en het Wilmington Railroad Museum. In de historische wijk van het stadscentrum zijn vele antebellumgebouwen bewaard gebleven, met name het Burgwin-Wright House (1770), het Zebulon Latimer House (1852) en het Bellamy Mansion (1859). Ook in de buurt zijn Airlie Gardens, iets naar het oosten; Moores Creek National Battlefield (1926), 20 mijl (32 km) naar het noordwesten; en Carolina Beach State Park en Fort Fisher State Recreation Area, beide ten zuiden op Pleasure Island. Het North Carolina Azalea Festival wordt jaarlijks in april gehouden. Inc. stad, 1866. Bevolking. (2000) 75.838; Wilmington Metro Area, 274.532; (2010) 106.476; Wilmington Metro Area, 362.315.