North American Travels
In 1673 begon Joliet samen met Jacques Marquette, een missionaris en taalkundige, aan een door particulieren gesponsorde expeditie om als een van de eerste Europeanen te verkennen wat door de Indianen de “Mesipi” rivier werd genoemd en vast te stellen waar deze naar toe leidde, in de hoop een doorgang naar Azië te vinden. Na een ontmoeting in de streek van Michilimackinac begonnen de mannen op 17 mei 1673 hun reis per kano naar wat later bekend zou worden als de Mississippi rivier. Een maand later kwamen zij bij een inheems dorp in het Illinois gebied en werden ontvangen door het stamhoofd, die zijn zoon als gids met de groep meestuurde, samen met een vredespijp voor een toekomstige veilige doortocht.
Tijdens hun reis naar het Arkansas River gebied, kwamen zij uiteindelijk bij een inheemse stam die klaar stond om aan te vallen in de buurt van het gebied dat bekend zou worden als St. Louis. Na het zien van de vredespijp in de handen van Joliet, nam de stam de ontdekkingsreizigers mee naar hun dorp en onthulde dat er verderop langs de Mississippi gewapende Europeanen waren. Joliet en Marquette realiseerden zich dat dit de Spaanse kolonisten aan de Golf van Mexico waren – daaruit afleidend dat de Mississippi daarheen leidde en niet naar Azië – en besloten daarom om te keren om een conflict en gevangenneming te vermijden, nadat zij ook andere westwaarts stromende rivieren hadden opgemerkt. Op de terugweg wees de jonge inheemse gids de ontdekkingsreizigers een kortere weg naar huis door de Illinois rivier te nemen, waarbij de mannen op Lake Michigan en rijk prairieland uitkwamen. Marquette kwam het jaar daarop terug naar het gebied met plannen voor bekering, maar stierf aan dysenterie.
Joliet scheidde zich af van Marquette op zijn weg terug naar Quebec en nam in 1674 een binnenweg door de stroomversnellingen van Lachine langs de St. Lawrence. Zijn kano kapseisde, waarbij de overige passagiers, onder wie de zoon van het stamhoofd, om het leven kwamen. Joliet werd gered door vissers nadat hij zich urenlang aan een rots had vastgehouden. Hij verloor al zijn zeer gedetailleerde kaarten en dagboeken en stelde uit zijn geheugen enkele aantekeningen van de reis samen, maar de teruggevonden aantekeningen van Marquette werden de meest betrouwbare bron.