Effecten van de invasie van de bruine anol en de aanplant van betelnootpalmen op de diversiteit van geleedpotigen in het zuiden van Taiwan

De bruine anol ( Anolis sagrei ) komt van nature voor op verschillende plaatsen in Centraal Amerika, en een invasieve exotische populatie werd voor het eerst gemeld in het Sheishan District, Chiayi County, Taiwan, in 2000. Eerdere studies toonden aan dat na de invasie van A. sagrei, de diversiteit en abundantie van lokale terrestrische geleedpotigen, zoals orb spinnen en boombewonende insecten, ernstig werden aangetast. In deze studie werd de impact van A. sagrei op de diversiteit van geleedpotigen in Taiwan nagegaan door de diversiteit aan spinnen en insecten te vergelijken tussen betelnootpalmplantages, waar deze hagedissoort al dan niet aanwezig was, en een secundair bos. Bovendien werden leefruimten ingericht waarin de dichtheid van A. sagrei werd gemanipuleerd om het effect van deze predator op spinnen te onderzoeken. De resultaten van een analyse van de maaginhoud van de hagedissen toonden aan dat spinnen 7% en insecten 90% van de geconsumeerde prooi uitmaakten. Van de door A. sagrei geconsumeerde insecten bestond meer dan 50% uit mieren. Het aantal belangrijke geleedpotige prooien van A. sagrei, zoals springspinnen en vliesvleugeligen, was veel lager op de plaatsen waar de hagedis aanwezig was dan op de plaatsen waar de hagedis niet aanwezig was. De koolexperimenten toonden ook aan dat predatie door de hagedissen de abundantie van springspinnen significant verminderde. Al deze resultaten wezen erop dat de geïntroduceerde hagedis een grote invloed had op de diversiteit en abundantie van terrestrische arthropoden in landbouwgebieden in het zuiden van Taiwan.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.