Er zijn twee hoofdsoorten gehoorstoornissen: perceptief en geleidingsverlies. Sensorineuraal gehoorverlies is een veel voorkomende aandoening die in meer dan 95% van alle gevallen het gevolg is van beschadiging van het binnenoor; retrocochleaire gehoorstoornissen zijn dan ook zeldzaam en kunnen niet worden onderscheiden van sensorische verliezen door klinische symptomen alleen. Unilateraal gehoorverlies brengt vele gehoorproblemen met zich mee gedurende het hele leven van de getroffen patiënten. Geleidingsdoofheid heeft in de meeste gevallen een gemakkelijk te bepalen etiologie. In tegenstelling hiermee vereist eenzijdig perceptief gehoorverlies een meer verfijnd en uitgebreid onderzoek. De etiologie van een asymmetrisch perceptief gehoorverlies kan vaak moeilijk te bepalen zijn. Omdat een grote verscheidenheid aan pathologische processen verantwoordelijk kan zijn voor het gehoorverlies, worden tijdens de initiële evaluatie gewoonlijk talrijke diagnostische tests gebruikt, waaronder zuivere-toonaudiometrie, akoestische reflextesten, beeldvorming, serologische testen en auditieve hersenstamresponsietesten. De meest voorkomende oorzaken van unilateraal sensorineuraal gehoorverlies waren plotselinge doofheid, de ziekte van Menière en tumoren van de cerebellopontine hoek. Vroegtijdige diagnose van een akoestisch neuroma of andere laesies van de interne auditieve meatus of de cerebellopontine hoek vereist speciale aandacht. De patiënt met een akoestisch neuroma kan zich bij de otoloog presenteren met een verscheidenheid aan klinische kenmerken. Klassiek zijn een retrocochleair patroon van sensorineuraal gehoorverlies, verminderde vestibulaire respons bij calorische testen en een pathologische auditieve hersenstam respons. Magnetische resonantie beeldvorming biedt een grotere specificiteit dan computertomografie. Therapie van eenzijdige perceptief gehoorverlies omvat inspanningen om bekende oorzaken te behandelen, hetzij medisch of chirurgisch.