Het acroniem VARK staat voor Visuele, Auditieve, Lees/Schrijf, en Kinesthetische zintuiglijke modaliteiten die gebruikt worden bij het leren van informatie. Fleming en Mills (1992) stelden vier modaliteiten voor die de ervaringen van de leerlingen en de leerkrachten leken te weerspiegelen. Hoewel er enige overlapping is tussen deze modaliteiten, worden ze als volgt gedefinieerd. Voor een gedetailleerde beschrijving van de aanvankelijke constructie en beperkingen van VARK, en voor andere werken over leerstijlen, zie de bibliografie en het baanbrekende artikel.
Houd in gedachten dat het leven (en werk) multimodaal zijn, dus er zijn geen harde en snelle grenzen.
Visueel (V):
Deze voorkeur omvat de weergave van informatie in kaarten, spindiagrammen, grafieken, stroomdiagrammen, gelabelde diagrammen, en alle symbolische pijlen, cirkels, hiërarchieën en andere hulpmiddelen, die mensen gebruiken om weer te geven wat in woorden gepresenteerd had kunnen worden. Deze modus had ook grafisch (G) kunnen worden genoemd, omdat dat beter verklaart wat eronder valt. Het omvat GEEN stilstaande beelden of foto’s van de werkelijkheid, films, video’s of PowerPoint. Het omvat wel ontwerpen, witruimte, patronen, vormen en de verschillende formaten die worden gebruikt om informatie te markeren en over te brengen. Wanneer een whiteboard wordt gebruikt om een diagram te tekenen met betekenisvolle symbolen voor de relatie tussen verschillende dingen, zal dat nuttig zijn voor mensen met een visuele voorkeur. Het moet meer zijn dan alleen maar woorden in vakjes die nuttig zouden zijn voor degenen die een Lees/Schrijf voorkeur hebben.
Auditief / Auditief (A):
Deze perceptuele modus beschrijft een voorkeur voor informatie die “gehoord of gesproken” wordt. Leerlingen die dit als hun belangrijkste voorkeur hebben, melden dat zij het beste leren van lezingen, groepsdiscussies, radio, e-mail, het gebruik van mobiele telefoons, spreken, web-chat en dingen doorspreken. E-mail is hier opgenomen omdat het, hoewel het tekst is en onder de categorie lezen/schrijven (hieronder) zou kunnen vallen, vaak geschreven is in chat-stijl met afkortingen, spreektaal, slang en niet-formeel taalgebruik. De auditieve voorkeur omvat zowel hardop praten als praten tegen zichzelf. Vaak willen mensen met deze voorkeur dingen eerst uitspreken, in plaats van eerst hun ideeën op een rijtje zetten en dan pas spreken. Zij kunnen opnieuw zeggen wat al gezegd is, of een voor de hand liggende en eerder beantwoorde vraag stellen. Ze hebben behoefte om het zelf te zeggen en ze leren door het te zeggen – op hun manier.
Lezen/Schrijven (R):
Deze voorkeur gaat uit naar informatie die als woorden wordt weergegeven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel leraren en leerlingen een sterke voorkeur voor deze modus hebben. Goed kunnen schrijven en veel kunnen lezen zijn eigenschappen waarnaar werkgevers van afgestudeerden op zoek zijn. Deze voorkeur legt de nadruk op tekstgebaseerde input en output – lezen en schrijven in al zijn vormen, maar vooral handleidingen, verslagen, essays en opdrachten. Mensen die de voorkeur geven aan deze modaliteit zijn vaak verslaafd aan PowerPoint, Internet, lijsten, agenda’s, woordenboeken, thesauri, citaten en woorden, woorden, woorden… Merk op dat de meeste PowerPoint presentaties en Internet, GOOGLE en Wikipedia in wezen geschikt zijn voor mensen met deze voorkeur omdat er zelden een auditief kanaal is of een presentatie die gebruik maakt van visuele symbolen.
Kinesthetisch (K):
Deze modaliteit verwijst per definitie naar de “perceptuele voorkeur gerelateerd aan het gebruik van ervaring en praktijk (gesimuleerd of echt).” Hoewel een dergelijke ervaring een beroep kan doen op andere modaliteiten, is de sleutel dat mensen die de voorkeur geven aan deze modaliteit verbonden zijn met de werkelijkheid, “hetzij door concrete persoonlijke ervaringen, voorbeelden, praktijk of simulatie” . Het omvat demonstraties, simulaties, video’s en films van “echte” dingen, maar ook casestudies, praktijk en toepassingen. De sleutel is de realiteit of het concrete karakter van het voorbeeld. Als het kan worden vastgepakt, vastgehouden, geproefd of gevoeld, zal het waarschijnlijk worden opgenomen. Mensen met dit als sterke voorkeur leren van de ervaring om iets te doen en zij hechten waarde aan hun eigen achtergrond van ervaringen en minder aan de ervaringen van anderen. Het is mogelijk om kinesthetisch te schrijven of te spreken als het onderwerp sterk op de werkelijkheid is gebaseerd. Een opdracht die de details vereist van wie wat zal doen en wanneer, is geschikt voor mensen met deze voorkeur, net als een casestudy of een werkend voorbeeld van wat wordt beoogd of voorgesteld.
Hoe zit het met mengvormen? Multimodaliteit (MM):
Het leven is multimodaal. Er zijn zelden gevallen waarin één modus wordt gebruikt, of voldoende is, dus daarom is er een vierdelig VARK-profiel. Dat is de reden waarom de VARK-vragenlijst vier scores geeft en ook waarom er mengvormen van die vier modi zijn. Degenen die geen opvallende modus hebben waarbij één voorkeursscore ver boven andere scores uitsteekt, worden gedefinieerd als multimodaal.
Zij zijn van twee soorten:
Er zijn degenen die flexibel zijn in hun communicatievoorkeuren en die van modus naar modus overschakelen, afhankelijk van waar ze mee werken. Zij zijn contextspecifiek. Zij kiezen één modus die past bij de gelegenheid of situatie. Als zij met juridische zaken te maken hebben, zullen zij hun voorkeur voor lezen/schrijven toepassen. Als zij naar de demonstratie van een techniek moeten kijken, zullen zij hun kinesthetische voorkeur uitdrukken. Zij worden omschreven als VARK Type één en zij kunnen twee, drie of vier bijna gelijke voorkeuren hebben in hun VARK-scores.
Er zijn anderen die pas tevreden zijn als zij input (of output) hebben gehad in al hun voorkeurswijzen. Zij doen er langer over om informatie van elke modus te verzamelen en hebben daardoor vaak een dieper en breder inzicht. Zij kunnen worden gezien als uitstellers of trage uitvoerders, maar sommigen verzamelen alleen maar alle informatie alvorens te handelen – en hun besluitvorming en leerproces kunnen beter zijn door dat brede inzicht. Zij worden omschreven als VARK Type Twee.
VARK Transition is de term die wij gebruiken om degenen te beschrijven die ergens tussen deze twee categorieën vallen.