Dieet
De veelvraat is een carnivoor. Hij is ook een opportunistische aaseter en eet vaak aas van andere dieren. Hij is zeer sterk voor zijn grootte en zijn prooi kan bestaan uit grote dieren zoals herten, elanden, wilde schapen en elanden. Hij eet ook kleinere zoogdieren zoals konijnen, bevers en eekhoorns. Het dieet van de veelvraat omvat ook eieren, wortels en bessen. De veelvraat is zeer snel en kan snelheden tot 30 km per uur halen wanneer hij zijn prooi achtervolgt. De veelvraat bespringt zijn prooi ook vanuit bomen. De veelvraat bewaart zijn voedsel in voorraadplaatsen om later op te eten. Hij besproeit zijn voedselreservoirs met een stinkende muskus die andere dieren op afstand houdt. Van de agressieve veelvraat is bekend dat hij beren, poema’s en wolvenroedels van hun prooi verjaagt.
Levenscyclus
De veelvraat paart tussen april en september. Zowel het mannetje als het vrouwtje kunnen met meer dan één partner paren. De embryo’s van de veelvraat kunnen tot zes maanden sluimeren. Zodra de embryo’s zich beginnen te ontwikkelen, kan de dracht 30-50 dagen duren. Het vrouwtje bouwt een hol in de sneeuw, in een struikgewas of in een rotsspleet. Ze baart 1-6 baby’s die allemaal een andere vader kunnen hebben. De baby’s voeden zich gedurende 8-10 weken en blijven tot twee jaar bij hun moeder.
Gedrag
De veelvraat is een nachtdier, maar kan op elk moment van de dag actief zijn. Naast een goede loper en klimmer, is de veelvraat ook een uitstekende zwemmer. Behalve tijdens het broedseizoen is de veelvraat solitair. Het leefgebied van een mannetje kan meer dan 1.000 vierkante mijl bedragen. Zowel het mannetje als het vrouwtje zijn zeer territoriaal en zullen hun territorium agressief verdedigen en afbakenen.