What Makes A Biome?

Select Text Level:

Elk bioom, of gemeenschap van planten en dieren in een bepaald klimaat, heeft levensvormen die kenmerkend zijn voor die plaats. Zo zijn bijvoorbeeld de planten en dieren in het regenwoud van de Amazone totaal verschillend van die in de Arctische toendra. Niet iedereen is het echter eens over wat een biome precies is en het definiëren ervan vormt een uitdaging.
Biomes definiëren
Biomes worden soms verward met soortgelijke ecologische concepten, zoals habitats en ecosystemen. Ecosystemen zijn de interacties tussen biota, zoals planten en dieren, binnen de omgeving, en vele ecosystemen kunnen samen één biome vormen. Ook de nutriënten- en energiestromen spelen een cruciale rol in ecosystemen. Een habitat daarentegen is specifiek voor een populatie of soort; het is het gebied waarin die groep leeft. Ondertussen beschrijven biomen het leven op een veel grotere schaal dan habitats of ecosystemen.
De term “biome” werd voor het eerst gebruikt in 1916 door Frederic E. Clements, een Amerikaanse ecoloog, om de planten en dieren in een bepaalde habitat te beschrijven. In 1939 werd de term verder gedefinieerd door Clements en zijn collega-ecoloog Victor Shelford. Na verloop van tijd bleven wetenschappers de definitie van biome en verwante concepten in het ontluikende gebied van de ecologie uitbreiden en verfijnen, en in 1963 karakteriseerde Shelford de volgende biomes: toendra, naaldbos, loofbos, grasland, en woestijn. Later creëerde de ecoloog Arthur Tansley een afzonderlijke definitie voor ecosystemen, die meer biologische processen omvatte dan de definitie van een biome.
Wat alle definities van biomen gemeen hebben, is dat biomen kunnen worden onderscheiden door de organismen die er verblijven en door het klimaat, alsmede door het feit dat de organismen binnen een biome aanpassingen delen voor die specifieke omgeving. Het klimaat is een belangrijke factor bij het bepalen van de levensvormen die in een bepaald biome voorkomen, en er zijn verschillende factoren die het klimaat beïnvloeden, zoals de breedtegraad, geografische kenmerken, en atmosferische processen die warmte en vocht verspreiden.
Bioomtypes
Over het aantal biomen dat bestaat, wordt door wetenschappers gediscussieerd. Over sommige aspecten van de definitie bestaat grote eensgezindheid (klimaat en inwonend leven), maar sommige definities verbreden zich tot factoren als biodiversiteit en menselijke activiteit. Hoewel de definities niet altijd consequent zijn, komen uit de definities toch verschillende soorten biomen naar voren: toendra’s, woestijnen, graslanden, loofbossen, naaldbossen, tropische regenwouden, en aquatische.
Toendra Biomen
De toendra’s bevinden zich in het noordelijkste deel van de wereld en worden gekenmerkt door lange, koude winters en koele zomers. De dieren en planten die hier leven hebben aanpassingen ontwikkeld die hen in staat stellen in deze koude omgeving te overleven, zoals een dikke vacht en het vermogen een winterslaap te houden.
Woestijn Biomen
Gelegen in zowel koude als warme klimaten over de hele wereld, worden woestijnen gedefinieerd door hun droogte, en het leven in deze gebieden is aangepast aan een gebrek aan water en voedingsstoffen.
Grasland Biomen
Het grasland biome, dat gevonden wordt op elk continent behalve Antarctica, wordt gekarakteriseerd als vlak en grasachtig, met een schaarse boombedekking. Grote zoogdieren die grazen, zoals olifanten of bizons, bewonen deze gebieden, samen met kleine zoogdieren, vogels, en roofdieren.
Naaldwoud Biomen
Deze gebieden, bekend als taiga’s of boreale bossen, kennen lange, koude winters, korte zomers, en zware neerslag. Binnen dit biome zijn de primaire vegetatietypen naaldbomen en groenblijvende bomen. Soms wordt deze categorie opgesplitst in een andere categorie, bekend als het gematigde bos, dat niet zulke koude temperaturen kent. Een voorbeeld van dit warmere bos is de westkust van Noord-Amerika, een vochtig bostype met sequoia’s en ceders.
Bossen van loofbossen
Gelegen in het oosten van Noord-Amerika, West-Europa en het noordoosten van Azië, wordt dit biome gekenmerkt door loofbomen, zoals esdoorn en eik, die hun bladeren seizoensgebonden verliezen als de temperaturen beginnen te dalen. Over het algemeen zijn deze regio’s gematigd, maar hebben nog steeds een duidelijk winterseizoen.
Tropisch Regenwoud Biomen
Deze equatoriale regio’s zijn warm en nat met diverse vegetatie die een bladerdak vormt. Bladafval op de grond en de vochtige omstandigheden creëren een laag voedingsstoffen boven de bodem van lage kwaliteit, die de groei van een grote verscheidenheid aan vegetatie mogelijk maakt. In feite zijn tropische regenwouden beroemd om hun enorme biodiversiteit.
Aquatische biomen
Er zijn talrijke manieren om aquatische biomen te classificeren, en vaak worden zoet- en zoutwater biomen apart gedefinieerd; factoren die voor classificatie worden gebruikt zijn onder andere waterdiepte, temperatuur, en zoutgehalte. De terrestrische biomen worden gewoonlijk ingedeeld naar vegetatietype, maar deze methode kan moeilijk zijn toe te passen op aquatische milieus, die niet zoveel zichtbaar plantenleven hebben.
Beperkingen van het definiëren van biomen
Hoewel aan biomen vaak wordt gedacht als duidelijk afgebakende regio’s, zijn ze in werkelijkheid niet duidelijk begrensd. Biomen hebben meestal geen precieze grenzen; in plaats daarvan zijn er vaak overgangszones tussen biomen. Deze zones worden ecotonen genoemd, en ze kunnen van nature voorkomen of door de mens zijn gecreëerd.
Verder sluiten veel definities van biomen de mens uit. Sommige wetenschappers zijn echter van mening dat de aanwezigheid van de mens een integrerend deel uitmaakt van de definitie van biomen, en zij stellen dat de meeste biomen in feite hoofdzakelijk door de mens worden beïnvloed. Ook beginnen wetenschappers in te zien hoe de resultaten van menselijke activiteiten, zoals de vernietiging van habitats en klimaatverandering, de definitie van biomen in de toekomst zullen veranderen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.