De verschillende ketenlengtes hebben een steeds hoger kookpunt, zodat ze door destillatie kunnen worden afgescheiden. Dit is wat er in een olieraffinaderij gebeurt: de ruwe olie wordt verhit en de verschillende ketens worden eruit gehaald op basis van hun verdampingstemperatuur. (Zie Hoe olieraffinage werkt voor details.)
De ketens in het C5, C6 en C7 bereik zijn allemaal zeer lichte, gemakkelijk verdampbare, heldere vloeistoffen die nafta’s worden genoemd. Ze worden gebruikt als oplosmiddel – van deze vloeistoffen kunnen stomerijvloeistoffen worden gemaakt, evenals verfoplosmiddelen en andere sneldrogende producten.
Advertentie
De ketens van C7H16 tot en met C11H24 worden met elkaar vermengd en gebruikt voor benzine. Ze verdampen allemaal bij temperaturen onder het kookpunt van water. Als je daarom benzine op de grond morst, verdampt die zeer snel.
Na komt kerosine, in de C12 tot C15 range, gevolgd door dieselolie en zwaardere stookoliën (zoals stookolie voor huizen).
Na komen de smeeroliën. Deze oliën verdampen op geen enkele manier meer bij normale temperaturen. Motorolie kan bijvoorbeeld de hele dag bij 121 graden Celsius lopen zonder te verdampen. Oliën gaan van zeer licht (zoals 3-in-1 olie) via verschillende diktes motorolie naar zeer dikke tandwieloliën en dan halfvaste vetten. Vasoline valt daar ook onder.
Ketens boven de C20-reeks vormen vaste stoffen, te beginnen met paraffinewas, dan teer en tenslotte asfaltbitumen, dat wordt gebruikt om asfaltwegen te maken.
Al deze verschillende stoffen zijn afkomstig van ruwe aardolie. Het enige verschil is de lengte van de koolstofketens!
Nog steeds nieuwsgierig naar het gebruik en de verwerking van aardolie? Bekijk de links op de volgende pagina voor gerelateerde artikelen en quizzen om je kennis te testen.