Tijdens de V-10 dagen van de Formule 1 was het niet ongewoon om een motor bijna 20.000 toeren per minuut te zien maken – een getal dat je nooit bij een gewone auto zou zien. Dat was alleen mogelijk dankzij de extreem korte slag en brede boring van de motor. Jason Fenske van Engineering Explained heeft een video uitgebracht waarin hij uitlegt hoe je precies door de afmetingen van een motor te veranderen meer vermogen kunt ontwikkelen, zelfs als de totale cilinderinhoud hetzelfde blijft.
De boring van een motor is de diameter van elke cilinder, terwijl de slag de afstand is die de zuiger in de cilinder aflegt. In principe hangt het maximale vermogen van een motor af van het aantal toeren dat hij kan maken. Hoe meer toeren, hoe meer slagen, hoe meer vermogen hij produceert. Het is dus logisch dat de krachtigste motoren ook het hoogste toerental hebben. Omdat een zuiger met een korte slag elke cyclus minder ver hoeft af te leggen, kan hij in dezelfde tijd een grotere afstand afleggen dan een motor met een langere slag en een kleinere boring. Dat betekent meer toeren. Evenzo betekent een grotere boring grotere kleppen, wat betekent dat hij meer lucht kan opnemen en wegstuwen in elke cyclus. En meer lucht betekent meer vermogen.
Het werkt ook in omgekeerde richting. Laten we zeggen dat je doel is efficiëntie in plaats van vermogen. De beste motor zou dan een motor met een kleine boring en een lange slag zijn. Waarom? Nou, het is iets ingewikkelder dan de vermogensvergelijking, maar het heeft te maken met oppervlakte. In principe, hoe meer oppervlakte een cilinder heeft tijdens de verbranding, hoe minder energie verloren gaat aan warmte, wat resulteert in een efficiëntere cyclus.
Dit zijn slechts simpele verklaringen, hoor. Als u alles wilt weten over boring en slag, bekijk dan de video van Fenske hierboven.