Privacy & Cookies
Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan, gaat u akkoord met het gebruik ervan. Lees meer, inclusief hoe u cookies kunt beheren.
>
De kunst van origami wordt meestal verondersteld te zijn begonnen in Japan tijdens de 17e eeuw na Christus.
Het is moeilijk om precies te zeggen waar en wanneer origami is ontstaan omdat papier nogal snel vergaat waardoor het moeilijk is om gegevens bij te houden. De kunstvorm begon waarschijnlijk in China in de eerste eeuw na Christus en kwam naar Japan ergens rond de zesde eeuw na Christus waar het op een dag een culturele traditie werd.
In eerste instantie was origami, vanwege het feit dat papier duur was, een kunstvorm die alleen door de elite werd beoefend en werd gebruikt voor praktische doeleinden zoals het vouwen van brieven. Samoerai gaven elkaar kleine papieren geluksbrengetjes, noshi genaamd, en papieren vlinders werden gevouwen voor Shinto-bruiloften.
In de Edo-periode (1600 – 1868) werden nieuwe methoden ontwikkeld om papier effectief in massa te produceren. Dit is het moment waarop origami zich volledig begon te ontwikkelen tot de kunst die we vandaag de dag kennen.
Origami instructies werden van persoon tot persoon doorgegeven en er werden geen diagrammen geschreven tot in 1797 een boek genaamd Senbazuru Orikata (Hoe 1000 kraanvogels te vouwen) werd gepubliceerd. In de Japanse mythologie werd de kraanvogel beschouwd als een heilige vogel. Naarmate origami aan populariteit won, ontstond de gewoonte dat men een wens of geluk zou ontvangen door duizend kraanvogels te vouwen.
Toen andere verzamelingen diagrammen begonnen uit te komen, kreeg origami officieel een naam.
De naam origami komt van het Japanse werkwoord oru dat vouwen betekent en het Japanse woord voor papier, kami. Door de twee samen te voegen ontstaat het woord origami.
De moderne origami werd in het begin van 1900 ontwikkeld door Akira Yoshizawa, die over het algemeen wordt beschouwd als de grootmeester van origami. Akira Yoshizawa ontwikkelde de methode van het natvouwen, waarbij het papier bevochtigd werd alvorens het te vouwen om de afgewerkte modellen een meer gebeeldhouwde en driedimensionale look te geven. Tegen 1989 had hij meer dan 50.000 modellen uitgevonden en achttien boeken gepubliceerd.
In de jaren tachtig begon een groep vouwers de wiskundige eigenschappen van origami te onderzoeken. Met de toevoeging van computersoftware was het mogelijk om zeer complexe modellen te ontwikkelen, zoals de modellen die je vandaag de dag ziet.
Opvallend genoeg is Japan niet het enige land met een rijke origamigeschiedenis. Origami werd ook gemaakt door de Moren van Afrika.
Terwijl Japanse origami beroemd is om het maken van afbeeldingen van dieren, stond de islamitische traditie niet toe dat kunstenaars afbeeldingen van levende wezens maakten. Dit was vanwege het tweede gebod van de Tien Geboden dat het maken van afbeeldingen verbood.
De Moren verkenden in plaats daarvan de wiskunde van origami en bedachten ingewikkelde vormen en vlakvullingen.
Toen de Moren in de 8e eeuw na Christus Spanje binnenvielen, brachten zij origami met zich mee en kort daarna begon het zich over Europa te verspreiden.