Over het geheel genomen was, zoals verwacht, een hogere BMI geassocieerd met een grotere kans op depressie. Dit verband was sterker bij vrouwen dan bij mannen, een bevestiging van eerdere bevindingen. Vrouwen met een hoge BMI hadden een 21 procent verhoogd risico, vergeleken met 8 procent bij mannen.
Door individuen te onderzoeken met genen die hen predisponeren voor obesitas, maar zonder genen die hen predisponeren voor metabole aandoeningen, zoals diabetes – aangeduid als een “gunstig metabool profiel” -, konden de onderzoekers de psychologische component van obesitas uit elkaar houden.
In hun analyse hielden ze rekening met een reeks variabelen die de resultaten konden beïnvloeden, waaronder sociaaleconomische positie, alcoholgebruik, roken en lichamelijke activiteit.
Ze ontdekten dat personen met een gunstig metabool profiel evenveel kans hadden om een depressie te ontwikkelen als personen met obesitas die genen droegen die hen predisponeren voor het ontwikkelen van metabole aandoeningen. Dit effect was het meest uitgesproken bij vrouwen.
Om hun bevindingen dubbel te controleren, namen ze ook gegevens van het Psychiatric Genomics Consortium. En hun tweede analyse leverde vergelijkbare resultaten op, waardoor hun conclusies nog meer gewicht in de schaal legden.
“Onze robuuste genetische analyse concludeert dat de psychologische impact van zwaarlijvigheid waarschijnlijk depressie veroorzaakt.”
Dr. Jess Tyrrell
Deze resultaten bieden vitaal inzicht, zoals Dr. Tyrrell legt uit: “Dit is belangrijk om te helpen bij het richten van inspanningen om depressie te verminderen, waardoor het veel moeilijker is voor mensen om leefstijlgewoonten aan te nemen.”
Hoewel, de relatie tussen obesitas en depressie is ingewikkeld, en er blijven vragen. Zoals de auteurs schrijven, “we hebben een mogelijk bidirectioneel causaal verband tussen een hogere BMI en depressie niet uitgesloten Verder onderzoek is nodig om de causale rol van depressie op body mass index en obesitas te verkennen.”
Omdat depressie en obesitas diepgaande gevolgen kunnen hebben voor individuen en de samenleving in het algemeen, zal de wetenschappelijke aandacht waarschijnlijk blijven kijken naar hun verbanden.