Verlamming is een medische term die verwijst naar verschillende soorten verlamming, die vaak gepaard gaan met zwakte en gevoelsverlies en ongecontroleerde lichaamsbewegingen zoals trillen. Het woord is afkomstig van het Anglo-Normandische paralisie, parleisie e.a., van de accusatiefvorm van Latijn paralysis, van Oudgrieks παράλυσις (parálusis), van παραλύειν (paralúein, “aan één kant onbruikbaar maken”), van παρά (pará, “naast”) + λύειν (lúein, “losmaken”). Het woord bestaat al lang in de Engelse taal en kwam voor in het toneelstuk Grim the Collier of Croydon, dat naar verluidt al in 1599 werd geschreven:
Rob. Ik zal u laten komen, zeg ik. Waarom beeft gij?
Grim. Nee heer, ik niet; ik heb nog steeds een verlamming.
In sommige uitgaven wordt de Bijbelpassage van Lucas 5:18 vertaald als een verwijzing naar “een man die door een verlamming werd getroffen”. Modernere edities verwijzen simpelweg naar een man die verlamd is. Hoewel de term historisch geassocieerd werd met verlamming in het algemeen, “wordt hij nu bijna altijd gebruikt in verband met het woord ‘cerebraal’ – d.w.z. de hersenen”.
Specifieke vormen van verlamming zijn onder andere:
- Bell’s palsy, gedeeltelijke gezichtsverlamming
- Bulbar palsy, stoornis van de hersenzenuwen
- Cerebrale parese, een neurale aandoening veroorzaakt door intracraniële laesies
- Conjugate gaze palsy, een aandoening die het vermogen om de ogen te bewegen aantast
- Erb’s palsy, ook bekend als brachiale palsy, verlamming van een arm
- Spinale musculaire atrofie, ook bekend als slopende verlamming
- Progressieve supranucleaire verlamming, een degeneratieve ziekte
- Krakersverlamming, een gebruikelijke naam voor bilaterale peroneusverlamming die kan worden uitgelokt door langdurig hurken
- Derde zenuwverlamming, waarbij hersenzenuw III betrokken is