Bottelneusdolfijn, (geslacht Tursiops), ook wel flesneusdolfijn genoemd, een van de drie soorten oceaandolfijnen die worden geclassificeerd binnen de zeezoogdierenfamilie Delphinidae en gekenmerkt worden door een flesvormige snuit. De gewone tuimelaardolfijn (Tursiops truncatus), de meest bekende dolfijnsoort, komt wereldwijd voor in warme en gematigde zeeën. De tuimelaardolfijn uit de Indische Oceaan (T. aduncus) daarentegen leeft in gebieden op het continentaal plat van de Indische Oceaan en in de wateren die grenzen aan Zuidoost-Azië, Indonesië en Australië. De Zuid-Australische tuimelaardolfijn (T. australis) of Burrunan-dolfijn, die voorkomt in de wateren voor de zuidelijke en zuidoostelijke kusten van Australië, heeft het kleinste geografische verspreidingsgebied.
Tuimelaardolfijnen bereiken een gemiddelde lengte van 2,5-3 meter (8-10 voet) en een gewicht van 135-300 kg (300-650 pond). Mannetjes zijn over het algemeen groter dan vrouwtjes. De T. truncatus is een bekende figuur op zeeshows en staat bekend om zijn “ingebouwde glimlach” die gevormd wordt door de kromming van zijn bek. Hij is ook het onderwerp geworden van wetenschappelijke studies wegens zijn intelligentie en zijn vermogen om met zijn soortgenoten te communiceren door middel van geluiden en ultrasone impulsen.
Bottlenose dolfijnen hebben het langste sociale geheugen van alle niet-menselijke soorten. Men heeft aangetoond dat zij de unieke fluittonen van individuele dolfijnen waarmee zij ooit geassocieerd werden, zo’n 20 jaar nadat zij van hen gescheiden werden, herkennen. Exemplaren in gevangenschap hebben in verscheidene experimenten aangetoond dat zij hun spiegelbeeld kunnen herkennen, hetgeen wijst op een zekere mate van zelfbewustzijn. Dat vermogen is alleen waargenomen bij hogere primaten en enkele andere diersoorten.