Al bijna de helft van alle zwangerschappen is ongepland. In 2017 werden in Noorwegen 12 733 abortussen uitgevoerd. Het aantal levendgeborenen bedroeg in datzelfde jaar 56 600.
In haar doctoraatswerk aan de Noorse Universiteit voor Wetenschap en Technologie (NTNU) in Ålesund interviewde assistent-professor Marianne Kjelsvik 13 vrouwen tussen 18 en 36 jaar die naar het ziekenhuis kwamen voor een abortus, maar die zo onzeker waren over hun keuze dat ze weer naar huis gingen om er nog eens goed over na te denken.
Tussen de 10 en 20 procent van de vrouwen twijfelt nog of ze een abortus moeten laten uitvoeren als ze voor de ingreep komen.
“De vrouwen zeiden dat ze heel voorzichtig waren geweest over met wie ze over abortus spraken. Sommigen hadden het er niet over gehad met de man van wie ze zwanger waren geworden. Ze zochten op internet naar verhalen over vrouwen die zich in dezelfde situatie hadden bevonden. Toen ik vroeg of er iemand was met wie ze hadden willen praten maar aarzelden, zeiden verschillende ‘mijn moeder'”, zegt Kjelsvik, die werkt bij de afdeling Gezondheidswetenschappen van NTNU.
Taboe over generaties
Onder de vrouwen die met hun moeders hadden gepraat, waren er verschillende moeders die openhartig toegaven dat ze zelf een abortus hadden ondergaan.
“Wanneer dit geheim wordt gehouden, zelfs voor de mensen met wie je het dichtst bij staat, zegt dat iets over hoe alleen een vrouw zich kan voelen,” zegt Kjelsvik.
De promovenda is opgeleid als verpleegkundige en heeft ruime ervaring als begeleider bij de begeleidingsdienst Amathea, een onafhankelijke gezondheidsdienst die als doel heeft dat vrouwen goed kunnen leven met de beslissing waar ze de tijd voor hebben gehad om erover na te denken.
De stem die we niet horen
Kjelsvik vindt dat in het abortusdebat de stem ontbreekt van vrouwen die voor de keuze hebben gestaan tussen het afbreken of voltooien van hun zwangerschap.
“Idealiter zou een vrouw die een abortus wil laten uitvoeren zeker moeten zijn van haar keuze, maar veel vrouwen zijn dat niet. Ze bevinden zich in een situatie die niet bevorderlijk is voor het krijgen van een kind, en tegelijkertijd vinden ze het moeilijk om een abortus door te zetten. Dan nemen ze uiteindelijk de definitieve beslissing in het ziekenhuis.”
“Gezondheidswerkers hebben drukke agenda’s, en verschillende zeiden dat ze geen training hadden gehad over hoe ze vrouwen die twijfelden konden helpen.”
Godsdienst speelt vaak een rol in het abortusdebat. De vrouwen in dit onderzoek brachten religie echter niet ter sprake toen ze over hun waarden spraken.
“Vrouwen hebben hun eigen waarden, en de vrouwen in het onderzoek waren bezorgd over het feit dat hun beslissing een leven betrof. Ze overwogen de mogelijkheid van een leven met een kind. Iedereen heeft een mening over abortus, maar voor de vrouwen die in deze situatie verkeerden, werd het uitzoeken van goed en fout een complexe kwestie,” zegt Kjelsvik.
Moeilijk voor zorgverleners
De 13 vrouwen in het onderzoek werden gerekruteerd uit zes verschillende ziekenhuizen in het hele land. De vrouwen voelden zich goed ontvangen in het ziekenhuis toen ze voor de abortus kwamen. Ze voelden zich gerespecteerd.
Maar tegelijkertijd wensten ze dat het personeel beter met hun twijfels had kunnen omgaan. Niet per se door advies te geven, maar door naar hen te luisteren. De vrouwen hadden echt iemand nodig om mee te praten. Iemand die de vrouwen kon vertellen hoe moeilijk het voor hen was geweest. De gezondheidswerkers daarentegen waren heel voorzichtig om geen oordeel te vellen of de vrouwen op enigerlei wijze te beïnvloeden.
“Gezondheidswerkers hebben drukke agenda’s, en verschillende medewerkers zeiden dat ze geen training hadden gehad over hoe ze vrouwen die twijfelden konden helpen. Als er op dezelfde dag meerdere vrouwen met een conflict binnenkomen, kan dat de planning volledig in de war sturen”, zegt Kjelsvik.
Zij vindt dat er meer tijd moet worden uitgetrokken voor deze afspraken en dat het niet alleen aan de individuele verpleegkundige moet zijn om te helpen.
“Iedereen heeft er baat bij als een vrouw er vertrouwen in heeft dat ze de juiste keuze heeft gemaakt. Om te voorkomen dat zorgverleners veroordelend overkomen of de beslissing beïnvloeden, stel ik een open inleidende vraag voor als: ‘Hoe is het voor u geweest om uw beslissing over deze abortus te nemen?’ Dat soort vragen duidt eerder op zorgzaamheid dan op een oordeel,” zegt Kjelsvik.
Blijvende twijfel
Zelfs nadat de vrouwen in het onderzoek hun definitieve beslissing hadden genomen, hadden ze nog steeds blijvende twijfels.
Kjelsvik voerde vier weken en twaalf weken nadat de vrouwen hun besluit hadden genomen, follow-upgesprekken. Iedereen was opgelucht dat ze een moeilijke tijd hadden doorstaan, maar tegelijkertijd waren sommige vrouwen nog steeds onzeker of ze wel het juiste hadden gedaan.
Diegenen die ervoor hadden gekozen hun zwangerschap uit te dragen, hadden gemengde gevoelens. Sommigen waren verontrust omdat ze niet graag zwanger waren en zich zorgen maakten of ze wel van het kind zouden kunnen houden. De reden waarom zij abortus hadden overwogen was niet verdwenen.
Sommigen die voor abortus kozen, dachten later dat ze de zwangerschap eigenlijk wel hadden kunnen doorzetten.
Taboes slinken
Berge Solberg, hoogleraar medische ethiek aan de NTNU, gelooft dat de scepsis om de buitenwereld bij het abortusvraagstuk te betrekken, vele oorzaken heeft.
“We zien een demystificering en ‘de-taboeïsering’ van abortus. Meer en meer mensen komen naar voren en praten over het feit dat ze een abortus hebben gehad. Maar ook al hebben we deze grote maatschappelijke debatten, de kwestie wordt gezien als zeer privé voor de persoon die zich in deze situatie bevindt. Zelfs mensen die abortus als onproblematisch en ethisch niet moeilijk beschouwen, weten dat mensen een uitgesproken mening in de tegenovergestelde richting kunnen hebben. Dus word je voorzichtig met het ter sprake brengen van het onderwerp,” zegt Solberg.
Hij is de vice-voorzitter van de Noorse Nationale Commissie voor Geneeskunde en Ethiek van Gezondheidsonderzoek.
Volledig mens bij de geboorte
De Noorse abortuswet kwam er na een lange historische strijd voor de rechten van de vrouw. De Noorse abortuswet is gebaseerd op het idee dat een vrouw het recht heeft over haar eigen lichaam te beschikken, wat onbeperkt geldt tot het einde van de twaalfde week van de zwangerschap.
Na twaalf weken neemt een panel de uiteindelijke beslissing en weegt de belangen van de vrouw af tegen het recht op leven van de foetus. Dit kan leiden tot een belangenconflict. De panels moeten veel aandacht besteden aan het standpunt van de vrouw, en in de meeste gevallen wordt haar keuze gehonoreerd.
De eisen voor het verlenen van abortus worden steeds strenger naarmate de vrouw dichter bij de termijn komt. Noorwegen geeft de foetus geen wettelijke status voor de geboorte, maar erkent de “volledige menselijke waardigheid” van een individu bij de geboorte.
“Maar zelfs als de wet zou worden geïnterpreteerd dat de foetus een volledige morele status heeft als persoon voor de geboorte, betekent dit niet dat abortus niet zou zijn toegestaan. De rechten van de vrouw over haar eigen lichaam kunnen het recht op leven van de foetus overtroeven,” zegt Solberg.
Tijdelijke bevriezing
Het debat over foetale reductie – het aborteren van één foetus als een vrouw een tweeling draagt – werd een heet hangijzer nadat het Noorse ministerie van Justitie en Openbare Veiligheid de abortuswet zo interpreteerde dat volledige zelfbeschikking ook in deze gevallen van toepassing was.
Het regeringsplatform Granavolden, bestaande uit de Conservatieven (H), de Vooruitgangspartij (Frp), de Liberalen (V) en de Christen-Democratische Partij (KrF), kwam overeen de mogelijkheid van zelfbeschikking bij foetusreductie te schrappen en de Abortuswet en de Biotechnologiewet tijdelijk te bevriezen. Professor Solberg denkt dat na deze periode voorstellen zullen worden gedaan om deze twee wetten te liberaliseren.
“Het is waarschijnlijker dat de Abortuswet en de Biotechnologiewet zullen worden geliberaliseerd dan aangescherpt. De steun voor de huidige abortuswet is echter groot, en gevechten daarover kunnen bijdragen tot scherpere tegenstellingen”, aldus Solberg.
Abortuscijfer gelijk ongeacht wet
Volgens de hoogleraar ethiek is het aantal abortussen in de praktijk van land tot land vrij constant, ook al verschilt de wetgeving. Ierland had tot voor kort een verbod op abortus, maar het gevolg van het verbod was dat Ierse vrouwen naar Engeland reisden voor een abortus.
“We stellen vast dat de wetgeving terzake geen invloed heeft op de keuze van de handeling. Het gevolg van een verbod of zeer strenge wetten tegen abortus is niet minder abortussen, maar veel meer gevaarlijke abortussen, en veel leed. Onveilige abortussen zijn een groot wereldwijd gezondheidsprobleem,” zegt Solberg.