Doelen en doelstellingen: Het onderzoeken van het effect van “Primary Nursing” op verpleeggevoelige patiëntuitkomsten, personeelsgerelateerde uitkomsten en organisatiegerelateerde uitkomsten.
Achtergrond: Eerstelijnsverpleging is een voorbeeld van een zorgpatroon dat recent in veel landen is ingevoerd.
Opzet: Voor-na studie.
Methoden: Deze studie werd uitgevoerd in een Italiaans ziekenhuis. We observeerden patiëntgerelateerde uitkomsten (decubitus, valincidenten, urineweginfecties en veneuze katheterinfecties) bij 2.857 patiënten vóór de implementatie van de eerstelijns verpleging en bij 3.169 patiënten na de implementatie. Personeel-gerelateerde uitkomsten (verpleegkundige competentie en diagnostisch denken) en organisatie-gerelateerde uitkomsten (empowerment en teamklimaat) werden verzameld bij 369 verpleegkundigen. Van een subgroep van klinische patiënten verzamelden we gegevens over hun tevredenheid met de geleverde zorg.
Resultaten: Na de implementatie van de eerstelijnsverpleegkunde werden sommige verpleegkundige competenties en het diagnostisch denken verbeterd, zo ook de organisatie-gerelateerde uitkomsten. Onze gegevens toonden aan dat het aantal intramurale patiënten met infecties van de urinekatheter (5,5% vs. 4,3%) en veneuze katheterinfecties (perifeer: 2,2% vs. 1%; centraal: 5,6% vs. 1%) significant was gedaald; ook het aantal valincidenten (2,4% vs. 1,9%) en decubitus (4,8% vs. 4%) namen af, hoewel deze dalingen niet statistisch significant waren. Over het geheel genomen verhoogde de implementatie van eerstelijnsverpleging de tevredenheid van patiënten over de verpleegkundige zorg (193,57 vs. 210,21).
Conclusies: Primaire verpleging verbeterde personeelsgerelateerde uitkomsten, verpleeggevoelige patiëntuitkomsten en organisatie-uitkomsten.
Relevantie voor de klinische praktijk: Onze resultaten laten zien dat eerstelijnsverpleging de potentie heeft om een positieve impact te hebben op intramurale patiënten, verpleegkundigen en organisaties. Bovendien is de implementatie van dit zorgpatroon haalbaar.