Er wordt in de Bijbel geen melding gemaakt van de feestdag Chanoeka, noch van de historische gebeurtenissen die tot de instelling ervan hebben geleid.
Het meest gedetailleerde verslag van het verhaal van Chanoeka staat in het Eerste en Tweede Boek van Makkabeeën. Deze boeken zijn echter niet opgenomen in de Hebreeuwse Bijbel.
De Boeken van Makkabeeën maken deel uit van wat bekend staat als de Apocriefen (Grieks voor “verborgen dingen”), die door de Joden van Alexandrië als onderdeel van de bijbelse canon werden beschouwd, maar niet door de Joden in het oude Israël.
Het is niet precies duidelijk waarom deze boeken werden uitgesloten, hoewel er verschillende theorieën zijn – geen van alle volledig bevredigend. Een daarvan is dat de oude rabbijnen die de bijbelse canon vaststelden, de voorkeur gaven aan oudere werken, en dat Makkabeeën relatief nieuw is (hoewel net zo nieuw als het Boek Daniël, dat wel is opgenomen). Anderen hebben gesuggereerd dat de uitsluiting het resultaat was van oude Joodse rivaliteit of te wijten was aan de praktische wens om het verhaal van een eerdere succesvolle Joodse opstand niet te promoten op een moment dat de Joden onlangs hadden gefaald in hun opstand tegen de Romeinen.
De feestdag Chanoeka verschijnt pas in latere Joodse teksten, met name in de Talmoed, waar de vroegste details staan over de praktijk van de feestdag en het ontsteken van de lichtjes.