Doelstellingen: De huidige studie was ontworpen (1) om slapeloosheidssymptomen en slaapgerelateerde overtuigingen te beoordelen in een populatie van patiënten die zich op de spoedeisende hulp presenteren met onverklaarde pijn op de borst (UCP) en (2) om de associaties tussen slapeloosheid en pijn te onderzoeken.
Methoden: Dit is een verslag van secundaire gegevens van een cross-sectionele studie uitgevoerd op de spoedeisende hulpafdeling van 2 academische ziekenhuizen. Patiënten met UCP gezien op een spoedeisende hulpafdeling werden beoordeeld met behulp van slaapvragenlijsten en de Anxiety Disorders Interview Schedule for Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, vierde editie.
Resultaten: Bijna elke tweede patiënt met UCP (44%) gezien op een spoedeisende hulpafdeling leed aan klinisch significante slapeloosheidssymptomen. De meeste patiënten met een angst- of een stemmingsstoornis hadden slapeloosheid, maar een minderheid van de patiënten met slapeloosheid had een angst- of een stemmingsstoornis. Slapelozen met een angststoornis waren vergelijkbaar met slapelozen zonder comorbide angst voor slaapgerelateerde overtuigingen en depressieve symptomen, en beide groepen slapelozen rapporteerden meer depressieve symptomen en foutieve overtuigingen dan beide groepen goede slapers, d.w.z. met of zonder een angststoornis. Resultaten van regressie analyses toonden aan dat insomnia geassocieerd was met pijn op univariate regressie analyse en goed was voor 1.3% van de variantie in zowel pijnintensiteit als interferentie. Deze associatie werd echter niet significant wanneer extra variabelen aan het model werden toegevoegd.
Conclusies: Slapeloosheidssymptomen zijn een belangrijk, maar vaak veronachtzaamd, kenmerk dat aanwezig is bij een aanzienlijk deel van de patiënten met UCP. Aangezien slapeloosheid sterker samenhangt met pijn dan angst of depressie, kan het een belangrijke factor zijn die bijdraagt tot de ontwikkeling en het terugkeren van UCP.