Een belangrijk punt om te begrijpen is dat, terwijl we zeggen dat beton “droogt”, het proces eigenlijk niet droogt, maar chemisch uithardt.
In werkelijkheid voorkomen de beste betonprocedures dat het mengsel uitdroogt voordat het uithardt.
Het water dat aan cementmengsels wordt toegevoegd, heeft twee redenen:
Om het cement te activeren, en om het mengsel verwerkbaar te maken. Als je te weinig water toevoegt om het cement te activeren, krijg je een onwerkbare consistentie, (te droog) en een zwak mengsel.
Te veel water, en je krijgt een soepig mengsel dat ook zwakker is dan optimaal.
Dus, net als Goudlokje, zoekt een metselaar “precies goed”. Een steenhouwer wil net genoeg water in zijn mengsel om de portland te activeren, maar toch stijf genoeg blijven om de steen te ondersteunen tot het uithardt
Een metselaar wil dat zijn mortel soepel van zijn troffel glijdt, op de baksteen, maar toch enige body heeft om de baksteen te ondersteunen.
Een cement metselaar wil dat zijn beton los genoeg is om te vloeien, en zijn bekisting te vullen.
Zij moeten allemaal oppassen voor te natte mengsels.
Het water blijft meestal in het mengsel permanent gebonden met het cement, in een proces dat hydratatie wordt genoemd. Dat proces is de eigenlijke uitharding van de mix.