Bloem:
Een enkele bloem staat aan het eind van een lange naakte stengel die ontspringt aan een bladknoop. De bloemen hebben een doorsnede van ongeveer 2,5 cm, 5 gele hartvormige bloemblaadjes, talrijke meeldraden met gele punten die rood worden naarmate ze ouder worden, en 5 groene kelkbladen met spitse punten die korter zijn dan de bloemblaadjes. Een plant heeft meestal een paar tot meerdere bloemen.
Bladeren en stengel:
Bladeren zijn handvormig samengesteld in groepen van 5, afwisselend aangehecht en hebben de neiging ver uit elkaar te staan op de stengel. De blaadjes zijn tot 5 cm lang en 1 cm breed, afgerond aan de top en taps toelopend aan de basis, waarbij het middelste blaadje het grootst is en het laatste paar het kleinst. De randen zijn scherp gepunt, behalve aan de basis, en de onderkant is in meer of mindere mate behaard. Ook de stengels zijn in meer of mindere mate behaard en verkleuren van groen naar rood naarmate ze ouder worden.
Noten:
Zomige cinquefoil is een vertakkende, woekerende plant die meestal laag bij de grond staat, zelden een meter hoog wordt, en kan doorwortelen waar de bladknopen de grond raken, waardoor dichte flarden ontstaan. Er zijn verschillende cinquefoilsoorten, met vergelijkbare bloemen. Onderscheidend zijn de lengte van de kelkblaadjes ten opzichte van de kroonblaadjes, en het aantal blaadjes en hun rangschikking. Gewone cinquefoil heeft kelkblaadjes die korter zijn dan de kroonblaadjes, en 5 handvormig samengestelde blaadjes.