Nieuwsbericht
Donderdag 26 januari 2012
Meervoudige cafeïneconsumptie geassocieerd met hoger niveau voor Aziaten, lager voor blanken.
Aziatische vrouwen die gemiddeld 200 milligram of meer cafeïne per dag consumeerden – het equivalent van ongeveer twee koppen koffie – hadden verhoogde oestrogeenniveaus in vergelijking met vrouwen die minder consumeerden, volgens een studie van reproductieve leeftijdsvrouwen door onderzoekers van het National Institutes of Health en andere instellingen.
Blanke vrouwen die 200 milligram of meer cafeïne per dag consumeerden, hadden echter iets lagere oestrogeenniveaus dan vrouwen die minder consumeerden. Zwarte vrouwen die 200 milligram of meer cafeïne per dag consumeerden, bleken verhoogde oestrogeenniveaus te hebben, maar dit resultaat was niet statistisch significant.
De totale cafeïne-inname werd berekend uit elk van de volgende bronnen: koffie, zwarte thee, groene thee en cafeïnehoudende frisdrank.
De bevindingen verschilden enigszins wanneer de cafeïnebron afzonderlijk werd beschouwd. Het consumeren van 200 milligram of meer cafeïne uit koffie weerspiegelde de bevindingen voor de totale cafeïneconsumptie, waarbij Aziaten verhoogde oestrogeenniveaus hadden, blanken lagere oestrogeenniveaus, en de resultaten voor zwarten statistisch niet significant waren. De consumptie van meer dan één kopje cafeïnehoudende frisdrank of groene thee per dag werd echter geassocieerd met een hoger oestrogeenniveau bij Aziaten, blanken en zwarten.
De veranderingen in oestrogeenniveaus bij de vrouwen die deelnamen aan het onderzoek leken geen invloed te hebben op de ovulatie. Studies uitgevoerd bij dieren hadden gesuggereerd dat cafeïne de ovulatie zou kunnen verstoren.
De studie werd online gepubliceerd in het American Journal of Clinical Nutrition.
“De resultaten geven aan dat cafeïneconsumptie bij vrouwen in de vruchtbare leeftijd de oestrogeenspiegels beïnvloedt,” zei Enrique Schisterman, Ph.D., van de Division of Epidemiology, Statistics and Prevention Research van het Eunice Kennedy Shriver National Institute of Child Health and Human Development (NICHD), het NIH-instituut waar een deel van het onderzoek werd uitgevoerd. “Op korte termijn lijken deze variaties in oestrogeenniveaus tussen verschillende groepen geen uitgesproken effecten te hebben. We weten dat variaties in oestrogeenspiegel in verband worden gebracht met aandoeningen als endometriose, osteoporose, en endometrium-, borst- en eierstokkanker. Omdat langdurige cafeïneconsumptie het potentieel heeft om oestrogeenniveaus over een lange periode te beïnvloeden, is het zinvol om rekening te houden met cafeïneconsumptie bij het ontwerpen van studies om deze aandoeningen te begrijpen.”
De auteurs van de studie merkten op dat 89 procent van de Amerikaanse vrouwen van 18-34 jaar het cafeïne-equivalent van 1,5 tot twee koppen koffie per dag consumeren.
De eerste auteur van de studie was Karen C. Schliep, Ph. D., M.S.P.H., van de Universiteit van Utah, Salt Lake City, die de studie uitvoerde tijdens een onderzoeksaanstelling bij NICHD. Dr. Schliep ondernam het onderzoek met Dr. Schisterman en collega’s aan de Universiteit van Utah, de NICHD en de State University of New York at Buffalo.
Meer dan 250 vrouwen van 18 tot 44 jaar namen tussen 2005 en 2007 deel aan de studie. Gemiddeld consumeerden ze 90 milligram cafeïne per dag, ongeveer gelijk aan één kop cafeïnehoudende koffie.
De meeste deelneemsters aan de studie meldden zich één tot drie keer per week bij de studiekliniek gedurende twee menstruatiecycli. Hun bezoeken werden gepland om overeen te komen met specifieke stadia van de menstruatiecyclus. Tijdens de bezoeken meldden de vrouwen wat ze de laatste 24 uur hadden gegeten en beantwoordden ze vragen over hun lichaamsbeweging, slaap, roken en andere aspecten van hun levensstijl, en werd het gehalte aan geslachtshormonen in het bloed gemeten. De auteurs van de studie merkten op dat het verzamelen van deze gegevens op meerdere tijdstippen gedurende twee menstruatiecycli nauwkeurigere informatie opleverde over het verband tussen cafeïne en hormonen dan in eerdere studies mogelijk was. De onderzoekers merkten ook op dat de deelnemers aan de studie meer raciaal divers waren dan degenen die deelnamen aan eerdere studies.
Over het Eunice Kennedy Shriver National Institute of Child Health and Human Development (NICHD): Het NICHD sponsort onderzoek naar ontwikkeling, voor en na de geboorte; gezondheid van moeder, kind en gezin; voortplantingsbiologie en bevolkingsvraagstukken; en medische revalidatie. Bezoek voor meer informatie de website van het instituut op http://www.nichd.nih.gov.
Over de National Institutes of Health (NIH):NIH, de nationale instantie voor medisch onderzoek, omvat 27 instituten en centra en is een onderdeel van het Amerikaanse ministerie van Volksgezondheid en Human Services. NIH is het belangrijkste federale agentschap dat fundamenteel, klinisch en translationeel medisch onderzoek uitvoert en ondersteunt, en onderzoek doet naar de oorzaken, behandelingen en genezing van zowel veel voorkomende als zeldzame ziekten. Voor meer informatie over het NIH en zijn programma’s kunt u terecht op www.nih.gov.
NIH…Turning Discovery Into Health®
###