Nederlands Caribisch gebied, soms ook wel de Nederlandse Antillen genoemd, verwijst naar zes eilanden in de Caribische Zee die tot het Koninkrijk der Nederlanden behoren. Drie van de eilanden – Aruba, Bonaire en Curaçao – liggen vlak voor de Venezolaanse kust, wat betekent dat zij meer gemeen hebben met het Zuid-Amerikaanse vasteland eronder dan met de meerderheid van de Caribische eilanden. De overige drie gebieden – Saba, Sint Maarten en Sint Eustatius – liggen noordelijker en zijn veel representatiever voor de weelderige vegetatie en de relaxte cultuur van het Caribisch gebied.
Oorspronkelijk werden de eilanden door Spaanse indringers over het hoofd gezien vanwege hun gebrek aan goud, zilver of andere mineralen. Ze werden afgestaan aan de Nederlanders, die munt sloegen uit de overvloedige rijkdom aan suikerriet en zout, maar ook aan zeevruchten en vis, en zich in de loop der decennia langzaam ontwikkelden tot een zeer aantrekkelijke alternatieve toeristische bestemming in de Caribische Zee.
Aruba, ook wel ‘One Happy Island’ genoemd, is een schilderachtige strook van 20 mijl, waarvan de zuidkust wordt gedomineerd door ongerepte stranden, briljant transparant water en een aangename temperatuur van 27°C het hele jaar door. Het toerisme hier is grotendeels gericht op liggen op het zand of stoeien in het water – snorkelen, waterskiën, tubing, kite-surfen en parasailing zijn allemaal populaire bezigheden op het eiland.
Naburige Curaçao mengt even pittoreske stranden met schilderachtige Nederlandse architectuur, een smeltkroes van cultuur en een aantal prachtige natuurlijke schoonheid. De lokale bevolking spreekt Papiamentu (een mengeling van Nederlands, Engels, Portugees en Spaans) en sprekers van een van de bovenstaande talen zullen geen moeite hebben zich verstaanbaar te maken. Naast een bezoek aan het plaatselijke museum om uw kennis van de Curaçaose geschiedenis op te frissen, kunt u ook de grotten van Boca Grandi in het Nationaal Park Christoffel verkennen en de verbluffend blauwe likeur proeven die zijn naam aan het eiland ontleent. Geniet van een zonsondergang in Rum Runners en kijk hoe de unieke pontonbrug van Willemstad opengaat om de cruiseschepen te laten passeren.
Tussen ligt iets verder naar het oosten Bonaire, de snorkel- en duikhoofdstad van de Nederlandse Cariben. Omringd door een koraalrif en met de hele kustlijn uitgeroepen tot marine reservaat, zijn er weinig betere plaatsen in de wereld om getuige te zijn van een werkelijk ontzagwekkende onderwater flora en fauna. Er is maar één weg rond het eiland, dus u kunt een brommer huren en het hele eiland in één dag bekijken. Het is de moeite waard om te stoppen en de flamingo’s in het Washington Slagbaai National Park te bekijken.
Dichter bij Anguilla, Saint Kitts en Nevis en de andere Caribische eilanden ligt Saba, een klein vulkanisch eiland dat duikmogelijkheden biedt die zelfs die van Bonaire evenaren, met diepe duiken en onderwater stapels lava. Op het droge ligt de beboste Mount Scenery, met 862 meter het hoogste punt van het Nederlandse Koninkrijk. Verschillende wandelpaden bieden onverschrokken wandelaars de kans om de top te beklimmen of om de wildernis elders op het eiland te verkennen.
Sint Maarten is de ene helft van het eiland Sint Maarten, dat de Nederlanders delen met de Fransen. Hier zijn er volop mogelijkheden om te zonnebaden, te winkelen en te gokken in de casino’s die over het eiland verspreid liggen. Bezoekers moeten zich ervan bewust zijn dat de twee helften van het eiland als afzonderlijke entiteiten worden beschouwd en onderworpen zijn aan verschillende wetten, talen en culturen.
Ooit de belangrijkste haven in de Nieuwe Wereld, is Sint Eustatius een interessante plek om te verkennen voor geschiedenisfanaten; het plaatselijke museum en de nog bestaande overblijfselen van oude handelsposten getuigen van het roemruchte verleden. Naast een rijk erfgoed beschikt Sint Eustatius ook over een slapende vulkaan, indrukwekkende botanische tuinen en meer ongerepte stranden.