Moral Majority, Amerikaanse politieke organisatie die in 1979 werd opgericht door Jerry Falwell, een religieus leider en televangelist, om conservatieve sociale waarden te bevorderen. Hoewel de organisatie in 1989 werd ontbonden, heeft de Moral Majority ertoe bijgedragen dat religieus rechts een belangrijke rol is gaan spelen in de Amerikaanse politiek.
De Moral Majority werd opgericht als reactie op de sociale en culturele transformaties die in de jaren ’60 en ’70 in de Verenigde Staten plaatsvonden. Christelijke fundamentalisten waren gealarmeerd door een aantal ontwikkelingen die volgens hen de traditionele morele waarden van het land dreigden te ondermijnen. Daartoe behoorden de burgerrechtenbeweging, de vrouwenbeweging, de homorechtenbeweging, de relatief permissieve seksuele moraal die onder jongeren heerste, en de evolutieleer. Bovendien verzetten zij zich tegen de uitspraken van het Amerikaanse Hooggerechtshof die institutioneel geïnitieerd groepsgebed en Bijbellezing in openbare scholen verbood (School District of Abington Township v. Schempp) en die het wettelijk recht op abortus bevestigde (Roe v. Wade).
Tegen deze achtergrond richtte Falwell de Moral Majority op, die hij omschreef als pro-familie en pro-Amerikaans. Het propageerde conservatieve sociale waarden, met name tegen abortus, pornografie, de ERA, en homorechten. Daarnaast was de organisatie voorstander van hogere defensie-uitgaven, een sterk anticommunistisch buitenlands beleid en voortdurende Amerikaanse steun voor Israël. De organisatie maakte religieus rechts enthousiast – hoewel sommigen zich verzetten tegen de opname van katholieken, mormonen en joden – en groeide snel tot enkele miljoenen leden. De activiteiten van de Moral Majority omvatten kiezersregistratie, lobbyen en fondsenwerving. De invloed van de Moral Majority op de Amerikaanse politiek was vrijwel onmiddellijk merkbaar, omdat de Moral Majority de Republikein Ronald Reagan hielp bij het winnen van de presidentsverkiezingen in 1980.
De Morele Meerderheid bleef in de eerste helft van de jaren tachtig een politieke kracht, zowel op staatsniveau als op nationaal niveau. Tegen het einde van het decennium kreeg de organisatie echter te maken met interne moeilijkheden en afnemende steun. In 1987 trad Falwell af als president, en rond deze tijd raakten verschillende prominente evangelisten verwikkeld in schandalen. Verschillen binnen de beweging werden duidelijk toen Falwell George H.W. Bush steunde in plaats van Pat Robertson, een andere televangelist, in de presidentiële campagne van 1988. Bovendien zag de groep haar fondsenwerving drastisch dalen. In 1989 werd de Moral Majority ontbonden. Hoewel Falwell verklaarde dat de organisatie haar missie had volbracht, gaf hij toe dat er nog een aantal “problemen” bleven bestaan, zoals abortus. De Moral Majority heeft echter een blijvende bijdrage geleverd aan de Amerikaanse politiek door religieus rechts tot een invloedrijke politieke speler te maken.