Heeft u een van deze diagnoses DDD of DJD gekregen? Afhankelijk van hoe specifiek uw arts is, kunt u deze termen al eerder hebben gehoord als de bron van uw pijn in de wervelkolom. Degeneratieve discusziekte of DDD kan de oorzaak zijn van veel verschillende symptomen die resulteren in plaatselijke pijn of pijn die uitstraalt naar het been. Degeneratieve gewrichtsaandoeningen of DJD zijn heel anders, maar kunnen symptomen hebben die DDD overlappen. We zullen deze beide aandoeningen wat uitvoeriger bespreken, zodat u, als u met deze termen wordt geconfronteerd, het verschil kunt begrijpen en de juiste zorg kunt zoeken.
Degeneratieve Discus Disease
Om een aantal van de symptomen te begrijpen die zich bij DDD kunnen voordoen, moeten we eerst de anatomische structuren bekijken die hierbij betrokken zijn.
Degeneratie treedt eerst op na kleine scheurtjes in de buitenste vezels van de schijf. Na verloop van tijd verandert hierdoor de verdeling van de krachten over het materiaal van de schijf en de wervels beginnen kleine botuitlopers te groeien om de stabiliteit van dit specifieke benige segment van de wervelkolom te bevorderen. Er kunnen meer scheuren ontstaan in de buitenste vezels van de schijf, waardoor het degeneratieproces vordert. Naarmate we ouder worden, begint de hoeveelheid vloeistof in het materiaal van de tussenwervelschijf af te nemen, waardoor de hoogte van de tussenwervelschijf toeneemt. Als de hoogte afneemt, zal het materiaal van de schijf naar buiten beginnen te drukken. Schijfmateriaal in combinatie met botsporen kan extra druk uitoefenen op de zenuwwortel die de wervelkolom verlaat op het degeneratieve niveau. Zeer kleine verhogingen van de druk op de zenuw kunnen aanzienlijke pijn veroorzaken.
Dit is een aandoening die zich pas na vele jaren ontwikkelt. Aanvankelijk kan men een episode van acute lage rugpijn ervaren. De pijn kan in de rug gelokaliseerd zijn, maar er kan ook pijn naar de bil of het been verwezen worden. In de meeste gevallen zal deze patiënt vrij snel herstellen en zijn normale bezigheden hervatten. Deze patiënt kan in de loop van zijn leven nog een of meer episoden doormaken. Na de leeftijd van 50 jaar kan deze patiënt een langere periode van lage rugpijn ervaren, of lage rugpijn die niet helemaal weggaat. De symptomen lijken veel op die van een discusuitstulping, matige tot ernstige pijn in de benen met of zonder lage rugpijn.
Chiropractische behandeling zal zich in eerste instantie richten op pijnbestrijding door het verminderen van ontstekingen. Zodra de pijn beheersbaar is, zal de behandeling meer bewegingsintroductie omvatten door een vorm van manipulatie van de wervelkolom, oefeningen en spierbehandelingen (ART, Graston, massage, etc…). Daarnaast zal het onderwijs zorgen voor zelfbehandelingsopties, de juiste ergonmiek en oefentechniek. Een belangrijk begrip bij DDD is dat behandeling de optredende anatomische veranderingen niet terugdraait, maar wel helpt de symptomen te verminderen.
Degeneratieve Gewrichtsziekte
Bij deze aandoening is er sprake van een soortgelijk proces dat zich voordoet, maar op een andere plaats op de wervels. De anatomische structuur die betrokken is bij DJD is het facetgewricht. Er zijn 2 facetgewrichten op elk niveau in de wervelkolom die de wervels in staat stellen te bewegen binnen 6 verschillende bewegingsbereiken. De facetgewrichten zijn synoviale gewrichten gevuld met synoviale vloeistof en omgeven door ligamentair weefsel. Wanneer de druk op de facetgewrichten toeneemt door houdingsveranderingen waardoor het gewicht van de wervelkolom achterwaarts van de tussenwervelschijven wordt geforceerd, zoals bij een verhoogde lumbale kromming of hyperlordose, zullen botsporen gaan groeien als een middel om de stabiliteit te vergroten en het gewicht te helpen verdelen.
Botsporen kunnen op de zenuwwortels drukken die direct onder het gewricht lopen en kunnen zenuwirritatie of -druk veroorzaken. Nu kunnen we wat referredpain hebben die gepaard gaat met pijn in de wervelkolom.
De behandeling van DJD zal zeer vergelijkbaar zijn met die van DDD, maar hier willen we in de eerste plaats werken aan het vergroten van de beweging in het gewricht in combinatie met het verminderen van de ontsteking. Een deel van de oorzaak van de pijn is dat het gewricht beperkt is in zijn beweging, dus daarom zal het vergroten van de mobiliteit de belangrijkste vorm van pijnbestrijding zijn. Daarna zal de nadruk liggen op corrigerende oefeningen om de gewichtsverdeling terug te brengen naar de schijf om de druk op de gewrichten weg te nemen. Nogmaals, behandeling zal de botveranderingen die reeds zijn opgetreden niet ongedaan maken, maar behandeling kan de beweeglijkheid van het gewricht verlengen en de progressie van de degeneratie vertragen.