(34) Denkt dus niet aan de morgen. Geen enkel voorschrift van goddelijke wijsheid heeft zoveel echo’s gevonden in de wijsheid van de wereld. Epicurische zelfverwennerij, stoïcijnse apathie, praktisch gezond verstand, hebben allen dezelfde les gepredikt, en de mensen verzocht op te houden met hun vragen over de toekomst. Wat nieuw was in de leer van onze Heer was de grond waarop het gebod rustte. Het was niet eenvoudigweg het carpe diem – “maak het beste van het heden” – van de zoeker naar een maximum aan genot, noch de aanvaarding door de wil van de mens van een onvermijdelijk lot, noch de vergeefse strijd om boven dat onvermijdelijke lot uit te stijgen. De mensen moesten de toekomst rustig tegemoet zien, en het humeur
“Over-voorkeur
Om de mode van onzekere kwaden te werpen,”
omdat zij een Vader in de hemel hadden die voor ieder van hen zorgde met een persoonlijke en individualiserende liefde.
Het kwaad ervan is toereikend voor de dag.–Het woord “kwaad” komt in de Evangeliën alleen in deze passage voor, en heeft in de Evangeliën gewoonlijk de betekenis van “goddeloosheid”. Die betekenis zou hier te sterk zijn; maar het herinnert ons eraan dat onze Heer niet spreekt over wat wij de eenvoudige ongelukken of tegenslagen van het leven noemen, maar over het verontrustende element dat elke dag met zich meebrengt, en waartegen wij moeten opboksen, opdat het ons niet tot zonde zou leiden. Dat conflict is meer dan genoeg voor de dag, zonder vooruit te lopen op een verder onheil.
Vers 34. – Denkt dan niet aan de morgen, want de morgen zal denken aan de dingen van zichzelf. Voldoende voor de dag is het kwaad ervan. Alleen Mattheüs. Lukas’ slot van dit gedeelte (“Vrees niet, kleine kudde, want het is uws Vaders welbehagen u het Koninkrijk te geven”) is misschien meer verbonden met het voorgaande vers, en ook grootser omdat het ingaat op Gods kant; maar Mattheüs is praktischer, en behandelt het onderwerp van de kant van de mens. Christus zegt: “Omdat al het nodige zal worden toegevoegd, moet u niet bezorgd zijn over de toekomst, zelfs niet over wat op de volgende dag komt. Zulke bezorgdheid getuigt van een gebrek aan gezond verstand, want elke dag brengt zijn eigen last van bezorgdheid voor zichzelf mee. Christus lijkt hier bezorgdheid toe te staan voor elke dag als die voorbijgaat. “Maar,” zegt Hij, “stel uw bezorgdheid voor morgen uit tot morgen.” Als dit gebeurt, wordt het grootste deel van al onze bezorgdheid in één keer opzij gezet, en voor het overige zal het beginsel zowel voor elk uur als voor elke dag gelden (vgl. Bengel). De christen zal steeds trachten de geïnspireerde raad van Paulus (Filippenzen 4:6) en Petrus (1 Petrus 5:7) op te volgen. Over de morgen zal worden nagedacht; “bezorgd zijn” als supra. De dingen van zichzelf; voor zichzelf (Herziene Versie); αὑτῆς. De unieke constructie van de genitief na μεριμνάω leidde tot de invoeging van τὰ door de kopiisten (vgl. 1 Korintiërs 7:32-34). Voldoende voor de dag, enz.; Tyndale, “Want de tegenwoordige dag heeft altijd genoeg aan zijn eigen moeite.” Voldoende (Mattheüs 10:25, noot).
Parallelle commentaren …
Daarom
οὖν (oun)
Samenvoeging
Strong’s Grieks 3767: Daarom, dan. Blijkbaar een primair woord; zeker, of dienovereenkomstig.
niet
Μὴ (Mē)
Gesprekswoord
Strongs Grieks 3361: Niet, opdat. Een primair partikel van gekwalificeerde ontkenning; niet, lest; ook (terwijl ou een bevestigend verwacht) of.
worry
μεριμνήσητε (merimnēsēte)
Verb – Aorist Subjunctive Active – 2nd Person Plural
Strongs Grieks 3309: Overbezorgd zijn; met acc: Bezorgd zijn over, afgeleid zijn; ik zorg voor. Van merimna; bezorgd zijn over.
about
εἰς (eis)
Preposition
Strongs Greek 1519: Een primair voorzetsel; naar of in, van plaats, tijd, of doel; ook in bijwoordelijke uitdrukkingen.
tomorrow,
αὔριον (aurion)
Adverb
Strongs Greek 839: Morgen. Van een afgeleide van hetzelfde als aer; naar behoren vers, d.w.z. to-morrow.
for
γὰρ (gar)
Samenvoeging
Strong’s Greek 1063: Voor. Een primair partikel; naar behoren, een reden toewijzend.
tomorrow
αὔριον (aurion)
Adverb
Strongs Grieks 839: Morgen. Van een afgeleide van hetzelfde als aer; naar behoren, vers, d.w.z. morgen.
zich zorgen maken over
μεριμνήσει (merimnēsei)
Verb – Future Indicative Active – 3rd Person Singular
Strong’s Greek 3309: Overbezorgd zijn; met acc: bezorgd zijn over, afgeleid zijn; ik maak me zorgen om. Van merimna; om bezorgd over te zijn.
zichzelf.
ἑαυτῆς (heautēs)
Reflexief voornaamwoord – genitief vrouwelijk derde persoon enkelvoud
Strongs Grieks 1438: zichzelf, zichzelf, zichzelf.
Vandaag
ἡμέρᾳ (hēmera)
Zelfstandig naamwoord – Datief vrouwelijk enkelvoud
Strongs Grieks 2250: Een dag, de periode van zonsopgang tot zonsondergang.
genoeg
ἀρκετὸν (arketon)
Geestelijk naamwoord – onzijdig enkelvoud
Strongs Grieks 713: Voldoende, genoeg. Van arkeo; bevredigend.
trouble
κακία (kakia)
Naamwoord – naamwoordelijk vrouwelijk enkelvoud
Strongs Grieks 2549: Van kakos; slechtheid, d.w.z. verdorvenheid, of kwaadaardigheid, of moeite.
van zichzelf.
αὐτῆς (autēs)
Persoonlijk / bezittelijk voornaamwoord – genitief vrouwelijk derde persoon enkelvoud
Strongs Grieks 846: Hij, zij, het, zij, hen, hetzelfde. Van het partikel au; het wederkerend voornaamwoord zelf, gebruikt voor de derde persoon, en voor de andere personen.
Anxious Care Cares Day’s Enough Evil Itself Morrow Over-Anxious Solicitous Sufficous Thereof Thought Tomorrow To-Morrow Trouble Troubles Worry
Anxious Care Cares Day’s Enough Evil Itself Morrow Over-Anxious Solicitous Sufficous Thereof Thought Tomorrow To-Morrow Trouble Troubles Worry
Mattheüs 6:34 NIV
Mattheüs 6:34 NLT
Mattheüs 6:34 ESV
Mattheüs 6:34 NASB
Mattheüs 6:34 KJV
Mattheüs 6:34 BibleApps.com
Mattheüs 6:34 Biblia Paralela
Mattheüs 6:34 Chinese Bijbel
Mattheüs 6:34 Franse Bijbel
Mattheüs 6:34 Clyx Citations
NT Gospels: Mattheüs 6:34 Wees daarom niet bezorgd voor morgen (Mat. Mt)