Bij leverkanker is de belangrijkste prognostische factor het functionele stadium van de lever, zoals internationaal beoordeeld met de CHILD-PUG-classificatie.
Ten tweede is er de grootte van de tumorlaesie in de lever of het aantal en de grootte van de bestaande tumorlaesies om een genezende eradicatieve behandeling te overwegen.
Zo kan een kleine tumor in een zwaar beschadigde lever een even slechte prognose hebben als een grotere tumor, of meerdere tumorknobbels in een functioneel gezonde lever.
Omdat leverkanker meestal gepaard gaat met levercirrose en de mate van leverfunctie bepalend is voor de therapeutische mogelijkheden en de overlevingskansen, onafhankelijk van de aanwezigheid van de tumor zelf, is het van essentieel belang de mate van leverdisfunctie en de omvang van de tumor samen in aanmerking te nemen om tot een prognostische beoordeling te komen.
Er zijn momenteel verschillende classificatiesystemen waarbij zowel met de stadiëring van de tumor als met de leverfunctie rekening wordt gehouden: het Barcelona Clinic Liver Cancer (BCLC)-systeem, het Cancer of the Liver Italian Program (CLIP)-systeem en het Okuda-systeem.
Het enige prognostische systeem dat stadiëring aan behandeling koppelt en dat in Europa, de VS en Azië is gevalideerd, is het Barcelona Clinic Liver Cancer (BCLC)-systeem. Dit systeem omvat variabelen die verband houden met het tumorstadium, de leverfunctie, de WHO-prestatiestatus (PST) en de aanwezigheid van kankerverwekkende symptomen, en stelt ook de prognose vast volgens vier stadia die verband houden met de mogelijke indicatie voor behandeling: vroeg, gemiddeld, gevorderd of terminaal.
- Initiële fase A: De initiële fase omvat asymptomatische patiënten met een goede leverfunctie (Child-Pugh A en B) met een enkele knobbel of maximaal drie knobbels kleiner dan drie centimeter en een goede algemene conditie (PST 0). Deze groep patiënten komt in aanmerking voor een radicale behandeling. Dat wil zeggen dat zij curatief kunnen worden behandeld met resectie, levertransplantatie of percutane ablatie, waarbij een 5-jaarsoverleving van 50-75% wordt bereikt. Een subgroep van patiënten met een zeer goede prognose zouden die zijn met zeer vroege, asymptomatische tumoren, met noduli
- Stadium B of Intermediair: asymptomatische patiënten met grote of multinodulaire tumoren, Child-Pugh A-B en een goede algemene conditie (PST 0). De behandeling is palliatief, d.w.z. om de overleving en de levenskwaliteit van de patiënten te verbeteren, zoals transarteriële embolisatie of chemo-embolisatie (TAE/TACE). De overleving wordt geschat op 50 procent na 3 jaar.
- Stadium C of gevorderd: patiënten met symptomatische tumoren of bij wie er sprake is van vasculaire invasie of extrahepatische verspreiding of een totaal stadium met een PST 1 of 2. De behandeling is palliatief, met nieuwe geneesmiddelen en een overleving van 50% op 6 maanden.
- Stadium D of terminaal: elke tumor met een totaal stadium met een PST 3-4, symptomatisch, Child-Pugh C. De behandeling zou symptomatisch zijn (palliatieve zorg). Geschatte overleving van 50% op 3 maanden.
De groep patiënten die geen chirurgische kandidaten zijn, is niet homogeen, zodat rekening moet worden gehouden met verschillende variabelen om de best mogelijke behandelingen en prognose vast te stellen.
De totale overleving van patiënten met leverkanker en levercirrose die een leverresectie ondergaan, kan worden gestratificeerd op basis van: Hoge alkalische fosfatase waarden, tumorgrootte, satelliet laesies, en vasculaire invasie.