Het populaire idee dat olie, gas en steenkool van dode dinosaurussen zijn gemaakt, is onjuist. Fossiele brandstoffen bestaan voornamelijk uit dode planten – steenkool uit bomen, en aardgas en olie uit algen, een soort waterplanten. Uw automotor verbrandt geen dode dinosaurussen – hij verbrandt dode algen.
Olie, gas, en steenkoollagen zijn eigenlijk overblijfselen van oude modderige moerassen. Dode planten hopen zich op, en na verloop van tijd verandert de modder en dode planten in steen. Geologen noemen de eens levende materie in het gesteente kerogeen. De interne hitte van de aarde kookt het kerogeen. Hoe heter het wordt, des te sneller wordt het olie, gas of steenkool. Als de hitte lang genoeg aanhoudt na de vorming van olie, kan alle olie gas worden. De olie en het gas kruipen dan door barsten in de rotsen. Veel gaat verloren. We vinden tegenwoordig olie en gas omdat een deel ervan toevallig gevangen is geraakt in poreuze, sponsachtige gesteentelagen die worden afgedekt door niet-poreus gesteente. Experts op het gebied van fossiele brandstoffen noemen dit een reservoir.
Het EarthSky-team vindt het geweldig om u dagelijks op de hoogte te houden van uw kosmos en wereld. We houden van uw foto’s en verwelkomen uw nieuwstips. Aarde, Ruimte, Menselijke Wereld, Vanavond.