Als je een liefhebber bent van de Aziatische keuken – met name Indiaas eten – ben je waarschijnlijk al bekend met de uitgesproken scherpe geur en smaak van kerrie.
Veel Indiase gerechten gebruiken kerrie, die ook herkenbaar is aan zijn kenmerkende, heldere goudgele kleur. Het belangrijkste ingrediënt in curry is de poedervorm van de kurkumaplant, die ook als kleurstof kan worden gebruikt om dat mooie goudgeel te verkrijgen.
Turkuma heeft ook een lange geschiedenis als geneeskrachtig kruid binnen de Ayurvedische geneeskunde.1 Zoals met veel culinaire kruiden en specerijen die eigenlijk hun oorsprong hebben als medicinaal kruid, heeft kurkuma een lange en fascinerende dubbele geschiedenis als een soort voedingstherapie, vergelijkbaar met de Chinese kruidengeneeskunde.
Turkuma plant
Turkuma (Curcuma longa) is van dezelfde familie als gember (Zingiber officinale). Beide zijn tropische planten die oorspronkelijk uit India komen. De wortels van beide planten worden geoogst voor zowel culinaire als medicinale doeleinden. India is nog steeds de grootste producent van kurkuma ter wereld.2
Oeroude geschiedenis
Herkenningen van het gebruik van kurkuma gaan meer dan 4.000 jaar terug. Er zijn zelfs analyses van potten uit 2500 v. Chr. waarbij resten van kurkuma zijn gevonden.3 Bovendien is kurkuma al vanaf 500 v. Chr. in ayurvedische geneeskundige teksten te vinden.
De dampen van brandende kurkuma werden gebruikt om congestie te verhelpen, terwijl kurkuma sap werd gebruikt om wonden en kneuzingen te genezen, en kurkuma pasta zou heilzaam zijn voor een verscheidenheid aan huidaandoeningen, waaronder pokken, vlekken, en gordelroos.3
Turkuma baant zich een weg naar het Westen
Het mag geen verrassing heten dat kurkuma, als onderdeel van kerriepoeder, zijn weg naar het Westen vond als gevolg van de kolonisatie van India door het Britse leger, alsmede via de handel via de British East India Trading Company.3,4 Het woord kerrie kwam van het Tamil-woord, kari, voor saus. Tegen de tijd dat de Britten India hadden gekoloniseerd, werd curry algemeen beschouwd als een gerecht dat bestond uit groenten en/of vlees gekookt met een kruidenmengsel dat kurkuma bevatte.
De eerste vermeldingen van kari zijn te vinden in een Portugees kookboek uit het midden van de 17e eeuw, gebaseerd op beschrijvingen van leden van de Britse East India Trading Company die zaken deden met Tamil kooplieden langs de zuidoostelijke kust van India.4 Het eerste recept in het Engels waarin kurkuma werd gebruikt, was voor het maken van “India pickle”, in 1747 gepubliceerd door Hannah Glasse in The Art of Cookery Made Plain and Easy.
Een latere editie, gedrukt in 1758, bevatte een recept voor een curryschotel.3 De eerste keer dat curry in een Amerikaans kookboek voorkwam was in de editie van 1831 van Mary Randolph’s Virginia Housewife.
Het hoeft ook geen verbazing te wekken dat rond dezelfde tijd dat Britse handelaren en soldaten curry ontdekten, ondernemende Indiase kooplieden uitvonden hoe ze een poedermengsel konden maken van de specerijen die in het gerecht werden gebruikt en dit als currypoeder verkochten om mee naar huis te nemen. Bovendien werd het poeder aangeprezen, niet alleen als een culinaire specerij, maar als een remedie voor een hele reeks gezondheidsproblemen.
Heden ten dage is kurkuma verkrijgbaar als onderdeel van curry’s in een grote variatie van smaken, pittigheid en stijlen, variërend van milde Japanse curry tot zeer hete Thaise curry. Echter, ze hebben allemaal de lange traditie van kurkuma gemeen.