John Wanamaker deed het een beetje anders. Geïnspireerd door twee grote centrale markten, de Royal Exchange in Londen en Les Halles in Parijs, besloot Wanamaker dat het tijd was om wat een van de eerste warenhuizen zou worden, naar Amerika te brengen. Hij stelde zich een grote winkelhal voor die zijn reeds gevestigde herenkleding zou verkopen en zou uitbreiden met dameskleding en droge goederen.
Niet alleen had Wanamaker een nieuw soort winkelbestemming voor ogen, hij was ook de pionier van een nieuwe winkelervaring. De eerste die de zin “De klant heeft altijd gelijk” gebruikte en afdwong, Wanamaker runde zijn winkel onder de boodschap van de gouden regel. Werknemers moesten door hun superieuren met respect worden behandeld, en allen kregen gratis medische zorg, recreatievoorzieningen, winstdelingsplannen en pensioenen aangeboden, lang voordat dit de norm werd.
Een van de belangrijkste dingen die Wanamaker aan moderne winkels naliet, was het prijskaartje. Voordat hij het gebruik van vaste prijzen populariseerde, waren winkels afhankelijk van afdingen. Wanamaker geloofde dat als iedereen gelijk was voor God, iedereen gelijk moest zijn voor de prijs. Het lijkt nu vanzelfsprekend, maar pas toen Wanamaker het prijskaartje uitvond, werd het de norm.
De winkel, geopend in 1877, was de eerste die elektrische verlichting gebruikte (in 1878) en de eerste die een pneumatisch buizensysteem gebruikte voor het transport van geld en documenten (in 1880). Tegen 1910 was Wanamaker begonnen met het moderniseren van zijn winkel, waarbij de oude Moorse gevel, die de Grand Depot stijlen van Londen en Parijs volgde, langzaam verdween ten gunste van de weelderige, Florentijnse stijl die het vandaag de dag nog steeds heeft. Het nieuwe gebouw bevatte het ongelooflijke Wanamaker-orgel, het vroegere pijporgel van de St. Louis World’s Fair. Ondanks de imposante afmetingen van het orgel werd besloten dat het niet groot genoeg was om het Grand Court met muziek te vullen, en werd het uitgebreid door Wanamakers eigen staf van orgelbouwers. Na een periode van enkele jaren was het orgel het grootste ter wereld geworden.
Op den duur vloeiden de klanten van Wanamaker’s af naar andere warenhuizen zoals Bloomingdale’s en Macy’s, en na vele jaren van winkelier naar winkelier te zijn verkocht, is het zelf een Macy’s geworden. Gelukkig werd Wanamaker’s in 1978 aangewezen als National Historic Landmark, en bezoekers van Macy’s kunnen zich nog steeds vergapen aan een van de eerste warenhuizen in Amerika en het grootste nog werkende muziekinstrument ter wereld, het beroemde Wanamaker-orgel, dat elke dag wordt bespeeld, behalve op zondag.
Gelukkig kon zelfs Wanamaker zelf daar geen prijskaartje aan hangen.