Oorsprong van het woord
Het woord inheems komt van het Latijnse ‘indigena’ dat ‘een inboorling’ betekent en is in het Engels ontwikkeld tot de betekenis die het nu heeft.
Voorbeelden
Inheems verwijst in het algemeen naar mensen die al heel lang op een plek of in een land wonen, of naar planten en dieren die zich op een plek hebben ontwikkeld in plaats van van ergens anders vandaan te komen. Inheemse bevolkingsgroepen stammen af van de oorspronkelijke bewoners van een plaats en behouden vaak hun traditionele levenswijze. Voorbeelden van inheemse volkeren zijn de Inuit van Canada, het Navajo-volk van het zuidwesten van de Verenigde Staten en de Nenets van Noord-Arctisch Rusland.
9 augustus is uitgeroepen tot de Internationale Dag van de Inheemse Volkeren van de Wereld, als erkenning van het diverse en veelzijdige karakter van de inheemse volkeren van de wereld. Met naar schatting 370 miljoen mensen verspreid over 90 landen, vormen inheemse volkeren een aanzienlijk deel van de wereldbevolking en leveren zij een overweldigende meerderheid van de 7.000 talen die over de hele wereld worden gesproken. Deze dag streeft naar het vieren en behouden van de sociale, culturele, economische en politieke kenmerken van inheemse volkeren, die zich onderscheiden van de dominante samenlevingen waarin zij bestaan.
Definitie
Ontstaan of van nature voorkomen op een bepaalde plaats; inheems.
Inheemse mensen woonden al heel lang op een plaats voordat andere mensen er kwamen wonen.
Bekijk de volledige definitie in het Macmillan Dictionary.