Als je er nog niet achter bent wat er verschilt in beide woorden, dan is het gewoon de extra ‘e’. Toch is er geen overeenkomst in de betekenis van homogeen en homogeen.
In dit Grammar.com artikel, laten we enkele belangrijke verschillen begrijpen met passende voorbeelden voor elk van de woorden.
Homogeen
Tijdens onze scheikundelessen op school zijn we dit woord meer dan eens tegengekomen – “twee stoffen met homogene eigenschappen…. “
Het woord betekent gelijksoortig of uniform. Twee dingen, personen of plaatsen met gelijke eigenschappen worden homogeen genoemd. Het tegenovergestelde (antoniem) woord van homogeen is heterogeen.
Homogeen is een bijvoeglijk naamwoord en vindt zijn oorsprong in het Grieks homos (zelfde) + genos (soort). Het woord werd algemeen gebruikt vanaf de jaren 1960. Het wordt uitgesproken als ho-mo-jeen-i-yes en heeft in totaal 5 lettergrepen.
Enkele veel voorkomende voorbeelden van gebruik –
- Bij het weken voor het beslag weken we elk ingrediënt apart, maar na het malen blijft het beslag over als één homogeen mengsel.
- Het is een homogene samenleving, waar bijna iedereen van culturele evenementen en programma’s houdt.
- Ik heb een pak van 30 homogene dozen.
- Met dit experiment proberen we de homogene eigenschappen van beide chemicaliën vast te stellen.
Homogene mengsels – Als een mengsel meer dan één bestanddeel heeft dat niet afzonderlijk kan worden geïdentificeerd door het mengsel te zien, wordt het een homogeen mengsel genoemd. Bijvoorbeeld cakebeslag, chocoladesiroop, melk, thee enz.
Homogene groep – Een groep (in een onderwijssetting) met leerlingen met vergelijkbare instructieniveaus, zodat ze kunnen werken aan de gebieden waar ze sterk in zijn en waar ze belangstelling voor hebben. Ze worden ook wel groepen op bekwaamheidsniveau genoemd.
Homogene
Wel, als je dit woord niet kent – leer het dan gewoon niet – het is toch verouderd. Maar als u het ergens gehoord of gelezen hebt, zal ik u zeggen dat het tot in de 19e eeuw gebruikt werd om te spreken over biologische of genetische gelijkenis. De nieuwe term die daarvoor gebruikt wordt is homoloog.
Homogeen heeft zijn wortels in het Engelse homo (zelfde) + genos (ras of soort) + ous. Het wordt uitgesproken als ho-mah-je-nus met 4 lettergrepen. Hier zijn voorbeelden van mogelijk vroeger gebruik,
- Het homogene implantaat had geen invloed op zijn lichaam.
- Eerdere mensen vertoonden eigenschappen die homogeen waren aan apen.
Het is echter aan te raden het woord niet te gebruiken. Hou het gewoon bij homogeen met de extra ‘e’.
Om samen te vatten,
Vroeger werd homogeen gebruikt als een wetenschappelijke term, voornamelijk in de biologie, maar nu is het bijna verouderd, en vervangen door homoloog. Homogeen daarentegen is een veelgebruikt woord en betekent dat het vergelijkbare of vergelijkbare kenmerken heeft.