Het grootste olielek in de VS waar je waarschijnlijk nog nooit van hebt gehoord, lekt nog steeds na 14 jaar

Nog een reden om #Keep ItInTheGround. Een 14 jaar durend chronisch olielek in de Golf van Mexico kan BP’s Deepwater Horizon-lek overtreffen als de grootste offshore-ramp in de geschiedenis van de VS, meldde de Washington Post.

De lekkage komt voort uit een Taylor Energy-eigendom productieplatform gelegen 12 mijl voor de kust van Louisiana dat werd omvergeworpen door een onderwater modderstroom veroorzaakt door orkaan Ivan in 2004.

Tussen 300 en 700 vaten (12.600 tot 29.400 gallons) olie per dag spuwt uit meerdere putten rond het platform, volgens een recente studie in opdracht van de overheid.

Dit milieuhorrorverhaal wordt versterkt nu de Trump-administratie van plan is om de Amerikaanse kustwateren open te stellen voor offshore-boringen en omdat orkanen naar verwachting destructiever zullen worden als gevolg van de klimaatverandering.

De non-profit milieuwaakhond SkyTruth berekende in december dat tussen 855.000 gallons tot bijna 4 miljoen gallons olie gemorst is uit de site in de jaren tussen 2004 en 2017. Ongecontroleerd gelaten, zou de lozing nog 100 jaar of langer kunnen doorgaan totdat de olie in het ondergrondse reservoir is uitgeput, waarschuwt een overheidsinstantie.

Hoe komt Taylor Energy hier mee weg? Ten eerste hield het in New Orleans gevestigde bedrijf het bestaan van de lekkage 6 jaar geheim totdat milieugroepen het ontdekten. Het energiebedrijf beweerde ook dat het lek slechts 2 gallons olie per dag was, totdat een onderzoek van de Associated Press uit 2015 bewijs onthulde dat het lek veel erger was dan het bedrijf publiekelijk meldde. Nadat het de bevindingen van de AP kreeg gepresenteerd, verstrekte de overheid een nieuwe lekschatting die ongeveer 20 keer groter was dan een die door het bedrijf werd aangehaald.

Taylor Energy en federale ambtenaren hebben een trust van $ 666 miljoen opgericht om te betalen voor de lekreactie. Hoewel het bedrijf honderden miljoenen heeft uitgegeven om te proberen het lek te stoppen, is het moeilijk gebleken om de getroffen putten, die diep onder water liggen en onder 100 voet modder zijn begraven, af te sluiten.

Taylor Energy bestaat inmiddels bijna niet meer als bedrijf en president William Pecue is de laatst overgebleven werknemer.

The Post berichtte:

Op een openbaar forum in 2016 in Baton Rouge, pleitte Pecue ervoor om het bedrijf te laten weglopen van zijn verplichting om de puinhoop op te ruimen. Taylor Energy was in 2008 verkocht aan een joint venture van Zuid-Koreaanse bedrijven, hetzelfde jaar dat het begon met de $ 666 miljoen trust. Een derde van het geld was besteed aan schoonmaak, en slechts een derde van de lekkende putten was gerepareerd. Maar Pecue wilde 450 miljoen dollar terug, met het argument dat de lekkage niet kon worden ingedamd.
“Ik kan met zekerheid zeggen dat wij geloven dat dit een daad van God was volgens de wettelijke definitie,” zei Pecue. Met andere woorden, Taylor Energy had geen controle over de orkaan.