George V ©George V belichaamde ijver en plichtsbesef en streefde ernaar zijn onderdanen te vertegenwoordigen, in plaats van het regeringsbeleid te bepalen, zoals zijn voorgangers Victoria en Edward hadden gedaan.
George werd op 3 juni 1865 in Londen geboren als tweede zoon van de Prins van Wales. Toen George 18 was ging hij bij de Royal Navy, maar de dood van zijn oudere broer in 1892 betekende dat hij een carrière waar hij van genoot moest verlaten, omdat hij nu troonopvolger was. Hij trouwde met de verloofde van zijn oudere broer, prinses Mary van Teck, en zij kregen zes kinderen. In 1901 werd George’s vader koning en in mei 1910 werd George zelf koning. Zijn koningschap begon te midden van een constitutionele crisis over de poging van de regering om de macht van het Hogerhuis in te perken. Nadat de liberale regering de belofte van de koning had gekregen om voldoende edelen te benoemen om de conservatieve oppositie in het Hogerhuis te overwinnen (en in 1910 een tweede verkiezing had gewonnen), werd de Parliament Bill in 1911 door het Hogerhuis aangenomen zonder een massale benoeming van edelen. In 1911 bracht George ook een bezoek aan India, de enige koning-keizer die deze reis maakte.
Het respect van het publiek voor de koning nam toe tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen hij veel bezoeken bracht aan de frontlinie, ziekenhuizen, fabrieken en dokwerven. In 1917 nam hij uit anti-Duitse gevoelens de familienaam Windsor aan, ter vervanging van het Germaanse Saxe-Coburg-Gotha.
Na de omverwerping van de Russische tsaar in 1917 werden in de naoorlogse wereld overal in Europa monarchieën ten val gebracht, waarvan vele verwant waren aan de Britse koninklijke familie. Ook de relatie van de koning met delen van het Britse Rijk veranderde. De Paasopstand van 1916 in Dublin en de daaropvolgende burgeroorlog leidden tot de oprichting van de Ierse Vrijstaat in 1922, die een dominion werd, terwijl de zes noordelijke graafschappen deel bleven uitmaken van het Verenigd Koninkrijk. Het Statuut van Westminster van 1931 betekende dat de parlementen van de dominions voortaan wetten konden aannemen zonder naar de wetten van het Verenigd Koninkrijk te verwijzen. Paradoxaal genoeg nam hierdoor het belang van de monarchie toe, aangezien de dominions (niet langer ondergeschikt aan één oppermachtig parlement in Westminster) nu verbonden waren door gemeenschappelijke trouw aan de kroon. India kreeg in 1935 een zekere mate van zelfbestuur.
In 1924 aanvaardde George gemakkelijk de eerste Labour-regering. In 1931 veroorzaakte de internationale economische malaise een politieke crisis in Groot-Brittannië. De koning propageerde het idee van een ‘nationale coalitieregering’ van Labour, Conservatieven en Liberalen, die uiteindelijk werd gevormd.
In 1935 vierde de koning zijn Zilveren Jubileum, een gelegenheid tot grote publieke feestvreugde. Hij overleed op 20 januari 1936 en werd opgevolgd door zijn zoon Edward.