Elke godsdienst heeft een boek van goddelijke openbaring, dat morele leringen en geestelijke leiding verschaft.
In het jodendom is dat de Hebreeuwse Bijbel (Tenach). In het Christendom is dat de Bijbel, bestaande uit het Oude en het Nieuwe Testament. (Het Oude Testament bestaat in wezen uit de Hebreeuwse Bijbel.) In de Islam is het de Koran.
Elke godsdienst erkent de voorgaande teksten en put daaruit, met verschillen in interpretatie en nadruk. Zo erft het Christendom van het Jodendom, en de Islam erft van zowel het Jodendom als het Christendom. Op deze wijze vormen de Hebreeuwse Bijbel, de Christelijke Bijbel en de Koran één samenhangende tekstuele traditie.
Moslims noemen volgelingen van alle drie de religies ‘Mensen van het Boek’.
De Hebreeuwse Bijbel
De Hebreeuwse Bijbel, bij de Joden bekend als Tenach, bestaat uit drie gedeelten: Torah (de Wet), Nevi’im (de Profeten) en Ketuvim (Geschriften). De Torah, ook bekend als de Vijf Boeken van Mozes, is het heiligste deel van de Hebreeuwse Bijbel. Volgens de Joodse traditie werd het meer dan 3000 jaar geleden op de berg Sinaï aan Mozes gegeven door een goddelijk dictaat. Het bevat, naast vele andere dingen, 613 instructies van God, waaronder de Tien Geboden. De Torah is de hoeksteen van het Joodse religieuze leven. Het is ook een voorwerp van grote genegenheid. De Torarol, handgeschreven op perkament zonder enige versiering, is het meest gekoesterde bezit van elke Joodse gemeenschap.
De Christelijke Bijbel
Het eerste deel van de Christelijke Bijbel bestaat uit de Joodse geschriften – het Oude Testament. Het tweede deel, het Nieuwe Testament, beschrijft het leven, de dood en de verrijzenis van Jezus Christus, en de geschiedenis van de vroege kerk. De eerste boeken van het Nieuwe Testament zijn de Vier Evangeliën, toegeschreven aan Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes. Zij worden gevolgd door de Handelingen van de Apostelen, waarin de ervaringen van de volgelingen van Jezus na zijn dood worden beschreven, met inbegrip van de centrale gebeurtenis van Pinksteren, toen de Heilige Geest op hen neerdaalde. Dit moment wordt vaak beschouwd als het begin van de christelijke kerk. Het Nieuwe Testament bevat ook de brieven die door Paulus en andere apostelen zijn geschreven voor de eerste christengemeenschappen. Het laatste boek is een apocalyptisch visioen, genaamd Openbaring.
De Koran
Het heilige boek van de Islam is de Koran. Moslims geloven dat het het woord van God bevat zoals het door de aartsengel Jibril (Gabriël) aan de profeet Mohammed in het Arabisch is geopenbaard. Het woord “Koran” komt van het Arabische werkwoord “reciteren”; de tekst wordt traditioneel hardop voorgelezen. Volgens de moslimtraditie ontving Mohammed de goddelijke openbaring tussen 610 en zijn dood in 632, en ontving hij de eerste van deze boodschappen in de grot van al-Hira’, terwijl hij alleen buiten Mekka rondzwierf. Aanvankelijk werd zijn boodschap in Mekka slecht ontvangen door kooplieden en religieuze autoriteiten die bezwaar maakten tegen zijn leer. Vijandigheid dwong hem en zijn volgelingen te migreren naar Medina in het jaar 622.