In de huidige studie werden de thenar-spieren geëvalueerd met behulp van magnetische resonantie beeldvorming (MRI), daarnaast werden de correlaties tussen thenar-spierveranderingen, klinische bevindingen en elektrodiagnostische resultaten van patiënten met carpaal tunnel syndroom onderzocht. De proefpersonen waren 13 patiënten (17 polsen) die klinisch gediagnosticeerd waren met carpaal tunnel syndroom. Bij alle patiënten werd een anamnese afgenomen en lichamelijk onderzoek verricht, naast beoordeling met het Kapandji scoringssysteem, visueel analoge schaal (VAS), quick-disabilities of the arm, shoulder and hand (Q-DASH) score, elektrodiagnostische resultaten van de nervus medianus, en MRI van de thenar-spieren. Het thenar spiervolume was niet significant gecorreleerd met klinische gegevens of de elektrodiagnostische resultaten. De grote as van de thenarspier was significant gecorreleerd met grijpkracht (P<0,05) en de Kapandji score (P<0,05), terwijl de kleine as van de thenarspier significant gecorreleerd was met de abductor pollicis brevis distale motor latentie (APB DML) (P<0,01). Bovendien was de verhouding tussen de kleine as van de thenarspier en de grote as van de thenarspier significant gecorreleerd met APB DML en Kanatani’s stadium. Met name was de thenar-spierverdunning significant gecorreleerd met de ernst van de elektrodiagnostische veranderingen, terwijl de grijpkracht en de Kapandji score gecorreleerd waren met de thenar-spierdikte. Bovendien werd aangetoond dat de thenar-spierverdunning significant gecorreleerd was met de ernst van de elektrodiagnostische veranderingen; bovendien was er een significante correlatie tussen de hoofdas van de thenar-spier en de grijpkracht of de Kapandji score. Al met al toonden deze resultaten aan dat atrofie van de thenar-spier geen invloed had op patiënt-gebaseerde beoordelingen, waaronder VAS en Q-DASH, maar wel op de elektrodiagnostische resultaten, met name DML en de ernst ervan. De resultaten van de huidige studie suggereren dat thenar spieratrofie kan worden gebruikt om de ernst van carpaal tunnel syndroom in te schatten.