Zo’n 240 miljoen jaar geleden heersten grote reptielen, nothosaurussen genaamd, over de zeeën. Deze nu uitgestorven zeemonsters werden zo’n vijf meter lang of langer en zwaaiden met hun lange staart door het water om vis te vangen.
Nu hebben onderzoekers fossielen gevonden van een type mini-nothosaurus met kenmerken die erop wijzen dat het wezen een heel andere levensstijl had dan zijn grotere neven. Brevicaudosaurus jiyangshanensis kan op de loer hebben gelegen op de ondiepe zeebodem, onbeweeglijk drijvend totdat nietsvermoedende prooien te dichtbij kwamen, zeggen onderzoekers, die de nieuwe soort 28 oktober beschrijven in de Journal of Vertebrate Paleontology.
Twee B. jiyangshanensis fossielen werden gevonden in steengroeven ongeveer een kilometer uit elkaar in Zuid-China. Hun grootte – slechts ongeveer een halve meter lang, of ongeveer de grootte van een beagle – deed het team aanvankelijk denken dat het op baby nothosaurs was gestuit, zegt Xiao-Chun Wu, een paleobioloog aan het Canadian Museum of Nature in Ottawa.
Maar de botten vertelden een ander verhaal. “Bij de jongen zijn de botten – vooral in de ledematen – rondachtig,” zegt Wu. De botten in deze fossielen waren echter ontwikkeld tot goed gedefinieerde vormen, en de schedelbeenderen aan de zijkant van het hoofd waren vergroeid, een bewijs dat de wezens volwassen waren.
B. jiyangshanensis had verschillende kenmerken die niet voorkomen bij grotere nothosaurussen. Zijn staart was kort, breed en plat, en zijn botten waren dicht, wat het reptiel kan hebben geholpen zijn lichaam in evenwicht te houden als het in ondiep water dreef.
“Dit is de eerste ontdekking van een kleine soort van een grote groep,” zegt Wu. “Dit is een zeer nieuwe levensstijl die we nu weten over nothosaurussen.”
Het nieuw beschreven reptiel kan grote longen hebben gehad in verhouding tot zijn lichaamsgrootte, in vergelijking met andere nothosaurussen, wat hem hielp om langer onder water te blijven. Maar toekomstige skelet studies zijn nodig om dat te bevestigen.