ZIEN VAN DE EASTERN DIAMONDBACK RATTLESNAKE
De eastern diamondback rattlesnake – de grootste ratelslang ter wereld – heeft verbazingwekkende aanpassingen voor het vangen van prooien (maar vormt weinig bedreiging voor de mens). Elke slang is uitgerust met een paar lange, gebogen, holle giftanden die in verbinding staan met gifklieren en zich in de bek opvouwen wanneer ze niet worden gebruikt. De slang jaagt vanuit een strakke kronkel – en blijft zo lang als een week onbeweeglijk – terwijl ze wacht tot de prooi binnen aanvalsafstand komt. En zoals alle pit vipers kan de oostelijke diamantrug in totale duisternis jagen en warmbloedige prooien identificeren via infrarooddetectie.
Dit uiterst effectieve hinderlaagroofdier is afhankelijk van het longleaf pine ecosysteem van het zuidoosten van de Verenigde Staten. Maar minder dan 2 of 3 procent van de oorspronkelijke dennenbedekking van het leefgebied is overgebleven, en habitatverlies en fragmentatie veroorzaken scherpe dalingen in de aantallen van de slang. De oostelijke diamantrug wordt ook sterk vervolgd door de mens, die hem kwaadwillig doodt voor zijn huid en vlees. De slang is in het grootste deel van zijn verspreidingsgebied volledig onbeschermd – in South Carolina, Georgia, Florida, Mississippi, Alabama en Louisiana mogen onbeperkte aantallen slangen worden gedood.
In Alabama en Georgia is de oostelijke diamantrug het doelwit van jagers die meedingen naar prijzen op gruwelijke “rattlesnake roundups,” waar de slangen worden tentoongesteld en vervolgens worden geslacht en verkocht voor hun huid en vlees. Het Center werkt aan een verbod op ratelslang-razzia’s, en klaagt het Georgia Department of Natural Resources aan voor het afgeven van een vergunning voor het tentoonstellen van wilde dieren in de Whigham Rattlesnake Roundup in Grady County – een vergunning die alleen zou moeten worden afgegeven voor educatieve doeleinden, nooit voor amusement. Ratelslang razzia’s hebben geleid tot gedocumenteerde achteruitgang van de oostelijke diamantrug.
Federale bescherming zou een einde maken aan de slachting van deze bedreigde, onbegrepen slangen en leiden tot een betere bescherming van het verdwijnende longleaf pine ecosysteem waar de soort van afhankelijk is. Het Center diende een petitie in voor die bescherming in 2011, en het volgende jaar kondigde de U.S. Fish and Wildlife Service aan dat de slang een plaats op de lijst van bedreigde diersoorten zou kunnen rechtvaardigen. Maar toen de Service geen vooruitgang boekte, dienden we in januari 2013 een intentieverklaring in om een rechtszaak aan te spannen.