Belangrijkste verschil: iPad is een tablet die voornamelijk wordt gebruikt voor multimedia en surfen op het web. Een laptop heeft rekenfuncties en is bedoeld als vervanging van een desktopcomputer.
Toen Apple in 2010 de iPad lanceerde, zette dat een nieuwe trend voor tablets in. iPad is een soort tablet-pc. Het werd oorspronkelijk gepromoot als een kruising tussen een Apple iPhone en iPod Touch met extra mogelijkheden voor computers. Het is echter niet bedoeld als vervanging voor desktop pc’s of laptops. iPads hebben rekenkundige eigenschappen die sommige taken als laptops kunnen uitvoeren, maar niet alle.
Het onmiddellijk merkbare verschil tussen de iPad en laptops is de manier waarop ze eruit zien. iPads zien er meer uit als een tablet of een lei, d.w.z. een staafvorm, terwijl laptops meer een aktetasachtig ontwerp hebben. Laptops zijn scharnierende samenstellingen die opengaan om een scherm en een aangesloten toetsenbord te onthullen. iPads hebben een schermgrootte van 9,7 inch met een multi-touch scherm, terwijl de schermen van laptops variëren in grootte van 12-17 inch en meestal niet multi-touch zijn. Sommige tabletcomputers hebben echter wel een aanraakscherm, dat op de tast of met een stylus kan worden bediend. iPads hebben een capacitief scherm, wat betekent dat ze alleen met de aanraking van een vinger kunnen worden bediend.
Een ander opvallend verschil is dat een laptop een fysiek QWERTY-toetsenbord heeft, terwijl een iPad een virtueel toetsenbord heeft. Het volledige QWERTY-toetsenbord op het aanraakscherm verschijnt wanneer iets in een veld moet worden getypt, zoals een inlogscherm, e-mail, of in een spreadsheet of tekstverwerker, en verdwijnt wanneer het niet meer nodig is. Het ontbreken van een fysiek toetsenbord en het schermformaat maken de tablet zeer draagbaar. Als men echter vaak hele documenten moet uittypen, zou een fysiek toetsenbord beter zijn, omdat het wat onhandig kan zijn om een virtueel toetsenbord voor langdurig gebruik te gebruiken. Een aantal fabrikanten verkoopt nu fysieke toetsenborden die kunnen worden aangesloten en gebruikt met de iPad. Toch zijn spreadsheets of tekstverwerkers veel gebruiksvriendelijker op laptops, in tegenstelling tot iPads.
iPads zijn bedoeld als apparaten voor een multimedia-ervaring, het lezen van e-books, het bekijken van films, het luisteren naar muziek, het spelen van spelletjes, surfen op het internet, of het ophalen van e-mail. Het heeft een softwarestructuur die meer lijkt op die van een mobiele telefoon. Het heeft ook een zeer eenvoudige gebruikersinterface, die zelfs door kinderen gemakkelijk kan worden bediend.
Een nadeel van iPads, in vergelijking met laptops, is dat iPads meestal een beperkt geheugen hebben. iPads hebben een geheugencapaciteit die varieert van 16 GB tot 64 GB, terwijl laptops meestal een geheugencapaciteit hebben tussen 250 GB en 500 GB. Bovendien kan de geheugencapaciteit van laptops worden vergroot door gebruik te maken van randapparatuur, zoals externe harde schijven, USB flash drives, CD’s en DVD’s. iPads hebben een dergelijke voorziening om de opslagcapaciteit te vergroten niet. Ze hebben niet eens een SD-kaartpoort.
Dit levert nog een ander probleem op: op de iPad kan niet zomaar elke applicatie worden geïnstalleerd. De iPad is beperkt tot programma’s die kunnen worden gedownload uit de Apple App Store. Het is ook niet mogelijk om zelf programma’s te maken voor de iPad, zoals sommige technisch onderlegde mensen gewend zijn te doen op hun laptop. Ook kan men geen programma’s wijzigen of specifieke programma’s gebruiken anders dan wat al op de iPad is geladen door de fabrikant of beschikbaar is in de Apple app store.
Verder missen iPads de mogelijkheid van echte multi-tasking. Men kan op een iPad slechts aan één applicatie werken, in tegenstelling tot laptops, waarop men kan surfen op het net, werken aan een tekstverwerker en naar muziek luisteren, allemaal tegelijkertijd. Dit is een beperking die Apple aan de iPad heeft opgelegd om te voorkomen dat gebruikers te veel applicaties uitvoeren die de iPad zouden vertragen, aangezien iPads een veel tragere processor en minder RAM-geheugen hebben dan laptops in het algemeen.
iPads hebben ook te maken met een aantal hardwarebeperkingen, vergeleken met laptops. De batterij van een iPad is ingebouwd en kan niet door de gebruiker worden vervangen in geval van problemen. Dit betekent ook dat als de batterij van de iPad leeg raakt, men niet zomaar een reservebatterij kan gebruiken, maar op zoek moet naar een stopcontact om de batterij op te laden. De batterij van een iPad gaat echter meestal langer mee dan die van de meeste laptops.
Verder kan men geen enkel onderdeel van de iPad upgraden, terwijl men bij een laptop de harde schijf, het RAM-geheugen, enz. afzonderlijk kan upgraden. De enige manier om de iPad te upgraden is door de nieuwere versie aan te schaffen zodra die door het bedrijf wordt uitgebracht.
Ook mist de iPad Flash, software die een aantal websites gebruiken om inhoud weer te geven. De iPad kan deze pagina’s dus niet laden. Dit beperkt de surfervaring op het web. Dit is niet het geval bij laptops, waar men Flash gewoon kan downloaden en op elk moment kan upgraden. Bovendien is het bewerken van foto’s of video’s op de iPad zeer beperkt en ergerlijk. Daarentegen is foto- of videobewerking op de laptop naadloos. Een iPad is niet ontworpen als apparaat om inhoud te creëren; een laptop is daarvoor een veel betere optie.
Een iPad is voornamelijk gebouwd als draagbaar media-apparaat met beperkte rekencapaciteiten. Een laptop daarentegen is bedoeld als draagbaar alternatief voor een desktopcomputer. Een typische iPad is bedoeld als aanvulling op een andere computer, niet als vervanging daarvan. Dit is de reden dat iPads goedkoper zijn dan laptops.