Epilepsie
Depakene is bestemd voor orale toediening. Depakene capsules moeten in hun geheel worden doorgeslikt zonder te kauwen om plaatselijke irritatie van mond en keel te voorkomen.
Patiënten moeten worden geïnformeerd om Depakene elke dag volgens voorschrift in te nemen. Als een dosis wordt overgeslagen, moet deze zo snel mogelijk worden ingenomen, tenzij het bijna tijd is voor de volgende dosis. Indien een dosis wordt overgeslagen, dient de patiënt de volgende dosis niet te verdubbelen.
Depakene is geïndiceerd als monotherapie en als aanvullende therapie bij complexe partiële aanvallen bij volwassenen en pediatrische patiënten tot de leeftijd van 10 jaar, en bij eenvoudige en complexe absence-aanvallen. Naarmate de Depakene-dosering naar boven wordt getitreerd, kunnen de concentraties van clonazepam, diazepam, ethosuximide, lamotrigine, tolbutamide, fenobarbital, carbamazepine en/of fenytoïne worden beïnvloed.
Complexe partiële aanvallen
Voor volwassenen en kinderen van 10 jaar en ouder.
Monotherapie (initiële therapie)
Depakene is niet systematisch onderzocht als initiële therapie. Patiënten dienen de therapie te beginnen met 10 tot 15 mg/kg/dag. De dosering moet met 5 tot 10 mg/kg/week worden verhoogd om een optimale klinische respons te bereiken. Normaliter wordt een optimale klinische respons bereikt bij een dagelijkse dosis van minder dan 60 mg/kg/dag. Indien geen bevredigende klinische respons is bereikt, dienen de plasmaspiegels te worden gemeten om te bepalen of zij al dan niet binnen het gewoonlijk aanvaarde therapeutische bereik liggen (50 tot 100 mcg/mL). Er kan geen aanbeveling worden gedaan over de veiligheid van valproaat voor gebruik bij doses boven 60 mg/kg/dag.
De kans op trombocytopenie neemt aanzienlijk toe bij totale dalvalproaatplasmaconcentraties boven 110 mcg/mL bij vrouwen en 135 mcg/mL bij mannen. Het voordeel van een betere controle over aanvallen bij hogere doses dient te worden afgewogen tegen de mogelijkheid van een grotere incidentie van bijwerkingen.
Omzetting naar monotherapie
Patiënten dienen de therapie te beginnen met 10 tot 15 mg/kg/dag. De dosering moet met 5 tot 10 mg/kg/week worden verhoogd om een optimale klinische respons te bereiken. Normaliter wordt een optimale klinische respons bereikt bij een dagelijkse dosis van minder dan 60 mg/kg/dag. Indien geen bevredigende klinische respons is bereikt, dienen de plasmaspiegels te worden gemeten om te bepalen of zij al dan niet binnen het gewoonlijk aanvaarde therapeutische bereik (50-100 mcg/mL) liggen. Er kunnen geen aanbevelingen worden gedaan omtrent de veiligheid van valproaat bij gebruik in doses van meer dan 60 mg/kg/dag. De gelijktijdige dosering van anti-epilepsiemiddelen (AED’s) kan gewoonlijk elke 2 weken met ongeveer 25% worden verlaagd. Deze verlaging kan worden gestart bij aanvang van de Depakene-therapie, of met 1 tot 2 weken worden uitgesteld als er bezorgdheid bestaat dat er aanvallen zullen optreden bij een verlaging. De snelheid en duur van het staken van de gelijktijdige AED kan zeer variabel zijn, en patiënten moeten gedurende deze periode nauwlettend worden gecontroleerd op een verhoogde aanvalsfrequentie.
Aanvullende therapie
Depakene kan aan het schema van de patiënt worden toegevoegd in een dosering van 10 tot 15 mg/kg/dag. De dosering kan met 5 tot 10 mg/kg/week worden verhoogd om een optimale klinische respons te bereiken. Normaliter wordt een optimale klinische respons bereikt bij een dagelijkse dosis van minder dan 60 mg/kg/dag. Indien geen bevredigende klinische respons is bereikt, dienen de plasmaspiegels te worden gemeten om te bepalen of zij al dan niet binnen het gewoonlijk aanvaarde therapeutische bereik (50-100 mcg/mL) liggen. Er kunnen geen aanbevelingen worden gedaan omtrent de veiligheid van valproaat voor gebruik bij doses boven 60 mg/kg/dag. Als de totale dagelijkse dosis hoger is dan 250 mg, moet het in verdeelde doses worden gegeven.
In een onderzoek naar aanvullende therapie voor complexe partiële aanvallen waarbij patiënten carbamazepine of fenytoïne kregen naast Depakote-tabletten, was geen aanpassing van de dosering carbamazepine of fenytoïne nodig . Aangezien valproaat echter een wisselwerking kan hebben met deze of andere gelijktijdig toegediende AED’s en met andere geneesmiddelen, worden periodieke plasmaconcentratiebepalingen van gelijktijdig toegediende AED’s aanbevolen tijdens het begin van de therapie.
Eenmalige en complexe afwezigheidsaanvallen
De aanbevolen aanvangsdosis is 15 mg/kg/dag, met tussenpozen van een week te verhogen met 5 tot 10 mg/kg/dag totdat de aanvallen onder controle zijn of bijwerkingen verdere verhoging uitsluiten. De aanbevolen maximale dosis is 60 mg/kg/dag. Indien de totale dagelijkse dosis hoger is dan 250 mg, dient deze in verdeelde doses te worden gegeven.
Er is geen goede correlatie vastgesteld tussen dagelijkse dosis, serumconcentraties en therapeutisch effect. De therapeutische valproaat-serumconcentratie voor de meeste patiënten met absence-aanvallen wordt echter geacht te variëren van 50 tot 100 mcg/mL. Sommige patiënten kunnen onder controle worden gehouden met lagere of hogere serumconcentraties .
Naarmate de Depakene-dosering naar boven wordt getitreerd, kunnen de bloedconcentraties van fenobarbital en/of fenytoïne worden beïnvloed .
Antiepilepsiemedicijnen mogen niet abrupt worden gestaakt bij patiënten bij wie het geneesmiddel wordt toegediend om zware aanvallen te voorkomen, omdat de kans groot is dat een status epilepticus ontstaat met de bijbehorende hypoxie en levensbedreiging.
De volgende tabel is een richtlijn voor de initiële dagelijkse dosis van Depakene (valproïnezuur) (15 mg/kg/dag):
Gewicht | Totale dagelijkse dosis (mg) | Aantal capsules of theelepels siroop | |||
---|---|---|---|---|---|
(Kg) | (Lb) | Dosis 1 | Dosis 2 | Dosis 3 | |
10 – 24.9 | 22 – 54.9 | 250 | 0 | 0 | 1 |
25 – 39.9 | 55 – 87.9 | 500 | 1 | 0 | 1 |
40 – 59.9 | 88 – 131.9 | 750 | 1 | 1 | 1 |
60 – 74.9 | 132 – 164.9 | 1,000 | 1 | 1 | 2 |
75 – 89.9 | 165 – 197.9 | 1,250 | 2 | 1 | 2 |