Een van de meest succesvolle en minst bekende piraten aller tijden was Cheng I Sao, de vrouwelijke piraat (ja, vrouwen waren ook piraat!) die tussen 1795-1810 vijftien jaar lang de kust van de provincie Kwangtung beheerste.
In “One Woman’s Rise to Power: Cheng I’s Wife and the Pirates,” schrijft Dian Murray over Cheng I Sao, ook meer bekend als “Cheng I’s Wife” en haar opkomst naar de macht. Murray geeft een levendig verslag van Cheng I’s vrouw en de berekende stappen die zij nam om de Chinese kust te domineren – zowel op zee als op het land in sommige kuststeden. Tijdens haar opkomst deed Cheng I Sao’s piratenteam de Spaanse Armada in de schaduw staan met “ongeveer 70.000 piraten aan boord van 1.200 schepen”.
Murray merkt op dat een groot deel van haar succes niet te danken was aan haar geslacht, maar juist aan haar geslacht. Cheng I Sao begon haar carrière als piraat nadat zij haar eerdere baan als prostituee had opgegeven om te trouwen en zich bij haar man op zee te voegen. Samen organiseerden zij piratenbendes en werden machtige leiders. Murray merkt op dat “hun grootste prestatie het verenigen van kleine bendes in een formidabele confederatie was die tegen 1804 400 jonken en 70.000 man omvatte.” In 1807, toen Cheng I plotseling overleed, deed Chang I Sao een machtsgreep om de macht over te nemen.
Cheng I Sao begon met het onmiddellijk veilig stellen van zowel haar positie als haar status als de voortgezette leider na de dood van Cheng I. Eerst kreeg ze de steun van de machtigste stamhoofden van haar echtgenoot, om eventuele oppositiepartijen preventief de kop in te drukken. Vervolgens zorgde ze ervoor dat ze onmisbaar werd voor de piratenbendes die zij en haar man oorspronkelijk hadden helpen verenigen. Door dit te doen, behield zij de loyaliteit en steun van het eskader.
En tenslotte ontwikkelde zij een strenge code van wetten voor haar schepen. Door goed gehandhaafde strenge wetten, behield Cheng I Sao de macht. Zo werd stelen van de dorpelingen of uit de gemeenschappelijke schatkist beschouwd als een halsmisdaad. Desertie en ongehoorzaamheid leidden tot onthoofding, en “seksuele overtredingen tegen vrouwelijke gevangenen werden ook streng bestraft.” In het geval van verkrachting of zelfs vrijwillige seks, “werden de overtredende partijen ter dood gebracht.”
Once a Week
Cheng I Sao draaide veel van de oude, geslachtsgebonden opvattingen over “vrouwelijke sociale mobiliteit” om. Toen ze klaar was om de piraterij te verlaten, onderhandelde ze vakkundig en diplomatiek met Chinese ambtenaren in Kanton, die haar en haar tweede echtgenoot Chang Pao uiteindelijk 80 jonken voor persoonlijk gebruik en nog eens 40 voor de zouthandel schonken. Cheng I Sao onderhandelde ook voor haar mannen. “Wanneer de confederatie werd ontbonden, kon elk van mevrouw Cheng’s piraten afstand doen van zijn vroegere leven en overstappen naar een positie in het keizerrijk. Dus, de piraten confederatie bleek een ladder naar respectabel succes te zijn.”