Wat op lange termijn echter een veel groter probleem zou kunnen zijn dan boom en buste, is onze obsessie met boom en buste. Het economische nieuws (en heel vaak ook het politieke nieuws) wordt gedomineerd door het onderwerp economische groei. Blijven we in een recessie? Zijn we op weg naar herstel? Zodra we uit een recessie zijn, speuren we naar tekenen van de volgende of maken we ons zorgen over de vraag of de groei zo hoog zal zijn als voorspeld of gehoopt.
Al dit gepraat over economische groei is misschien wat onwetende politici en luie journalisten obsedeert. Elke fatsoenlijke econoom zou zich echter afvragen of deze obsessie met groei eigenlijk wel zin heeft. Zij begrijpen heel goed dat economische groei bij lange na niet de alfa en omega van economisch succes is.
Om te beginnen is het BBP slechts een tamelijk ruwe en onnauwkeurige maatstaf van economische activiteit. Veel activiteiten die in de BBP-statistieken zijn opgenomen, zijn eigenlijk geen activiteiten die ons beter af maken. De productie en verkoop van sigaretten, bijvoorbeeld, draagt bij aan het BBP, maar dit maakt ons slechter af, niet beter af.
Dan is er nog het bekende voorbeeld van de gebroken ruit. Als het BBP zo belangrijk is, waarom moedigen we de joden dan niet aan om stenen te gooien en ruiten in te slaan? Er zouden immers heel wat mensen aan de slag moeten om die ruiten te repareren en het werk dat zij doen zou bijdragen tot het BBP. Het is echter duidelijk dat deze cyclus van vernieling en reparatie ons niet echt beter maakt. We zouden gewoon harder moeten werken om stil te staan. We zouden beter af zijn als de ruiten überhaupt niet stuk waren – maar dat zou onze BBP-statistieken niet ten goede komen!
Het belang van het BBP wordt ook afgezwakt door het feit dat veel belangrijke economische activiteit niet in de BBP-statistieken is opgenomen. Als je een oppas betaalt om op je kinderen te passen, telt dat mee voor het BBP, maar als oma gratis oppast, telt dat niet mee, omdat er geen registratie is van een transactie die heeft plaatsgevonden.
Het belangrijkste punt is echter dat er voor een land dat al rijk is, geen duidelijk verband is tussen het BBP en hoe welvarend mensen zijn. Het BBP is een zeer nuttige statistiek wanneer we kijken naar ontwikkelingslanden die zich ontwikkelen van zelfvoorzienende economieën tot moderne economieën, maar voor moderne, rijke, westerse landen is het veel minder bruikbaar.
In een land als het VK of de VS produceren en consumeren we al genoeg om onszelf zeer rijk en zeer welvarend te maken. Toch schijnen politici en journalisten te denken dat we ernaar moeten streven om steeds meer goederen en diensten te produceren en te consumeren, zonder einde. Zij doen alsof het rampzalig is als wij het tempo waarin wij dingen produceren en consumeren niet voortdurend opvoeren. Maar kan deze versnelling echt eeuwig en altijd doorgaan? En zelfs als het kan, zouden we het dan willen? Zou het ons eigenlijk wel goed doen?